Wat een luxe was deze suite met twee kamers in de Homewood Suites! Ik heb werkelijk heerlijk geslapen en al veel te snel komt Rick ons wakker maken. Het hotel serveert een gratis ontbijt, maar enkel tot negen uur. Saskia is te moe en gaat niet mee, maar Katja en Kai staan waarempel op!
Dat is niet voor niets, want ook het ontbijt hier is een van de beste gratis ontbijten, die we ooit hebben gehad. Er is roerei (lekker ook nog, wat lang niet altijd het geval is), warme chocolade scones, sausage, corned beef hash (een van mijn favorieten!) en bacon. Bovendien kun je je eigen wafel maken en is de koffie lekker sterk. Voor Saskia nemen we een nog warme chocolade muffin, die net uit de oven komt, mee naar boven.
We hebben vannacht de fietsen op de van gelaten en gelukkig zitten die er nog op. Het weer inpakken en uitchecken zijn we zo gewend, dat het vrijwel geen tijd kost. Voor de streeftijd van tien uur zijn we dan ook klaar om verder te rijden.
Ze hangen er nog!
Voor de terugweg hebben we besloten de mooiere, maar wel wat langere route via Columbus, de hoofdstad van Ohio, en de bergen van West-Virginia te gaan rijden. Het weer is droog, maar bewolkt, wat wel lekker rijdt.
Bij de eerste de beste Starbucks gaan we door de drive-thru voor meer koffie. Om te beginnen voert onze route ons door het midden van Ohio via de I-75 en dan de 23. Eindeloze maisvelden zijn het uitzicht. Het is mooi om zo er doorheen rijdend te zien, maar ik kan me zo voorstellen, dat het doodsaai is, als dit altijd je uitzicht is!
Opeens ziet Rick, dat we nog maar voor tien mijl benzine in onze tank hebben! Alles wat we om ons heen zien zijn grote boerderijen. Zelfs de GPS geeft geen uitkomst, er staat geen benzinestationplaatje in de buurt. Gelukkig zie ik de M van Marathon in de verte. Poeh, dat was even spannend, ik heb nog nooit gereden tot er volgens de meter nog maar drie mijl aan benzine in de tank zit! Kennelijk is dat computertje wel accuraat.
Bij Columbus stoppen we voor de lunch. Rick, Kai en Saskia kiezen White Castle en Katja en ik de gezondere weg: de ernaast gelegen Panera. Toch kan ik het niet laten een mini-hamburgertje van White Castle te eten. Dit zijn de enige hamburgers, die ik echt superlekker vind. Maar goed, dat er geen White Castle in onze buurt zit!
Van Panera bestel ik mijn favoriete champignonsoep en een halve Fuji appel met kip salade. De combinatie van kip en appel is lekker fris en de appeldressing smaakt als "ouderwetse" vinaigrette. Ik ben blij met restaurants als Panera, Cosi en Potbelly, die steeds vaker langs de snelwegen te vinden zijn. Het is een welkome afwisseling van de "gewone" fast food restaurants. Katja en ik hebben ons eten eerder, dan de anderen!
Al gauw na Columbus verandert het vlakke boerenlandschap in beboste heuvels. We nemen de interstate 70 naar het oosten. Rick en ik luisteren naar "The Venetian Betrayal" van Steve Berry, dat deels in Amsterdam speelt. Dit audioboek vind ik veel makkelijker te volgen, dan dat van de heenreis. Het zal mijn type A persoonlijkheid zijn, de verkorte versie gaat veel sneller.
De heuvels zijn allemaal bedekt met een dicht woud
In Wheeling, West Virginia, een leuke oude plaats langs de rivier, rijden we West-Virginia binnen. Daarna rijden we een stuk door Pennsylvania om via de I-79 South West-Virginia weer in te gaan. Dat laatste is fijn, want hier is de snelheidslimiet weer 70 mijl per uur, terwijl die in Ohio en Pennsylvania 65 mijl per uur is. Op zo'n lange tocht scheelt dat net weer iets.
Iedere staat heeft zo'n welkomstbord
In Morgantown neem ik het stuur van Rick over. Hier gaan we de I-68 op, die in Maryland een "scenic byway" wordt genoemd. En terecht, de mooiste landschappen gaan aan ons voorbij. Dit is een van de mooiste interstates, die wij hebben gereden, zowel qua uitzichten, als qua wegdek.
We zien allerlei dreigende luchten, maar houden het voornamelijk droog. Pas op de Washington Beltway krijgen we een fikse bui over ons heen. Gelukkig komen we net aan het einde van het spitsuur aan, dus het verkeer valt alles mee. Om tien voor half acht rijden we de brug over de Potomac over en zien we het begeerde "Welcome to Virginia" bord! We zijn thuis!
Wat was het een leuke vakantie, zeker geen saai familiebezoek! Zoals Ricks oom op mijn Facebook schreef, we hebben meer van Michigan gezien, dan hij, die er woont (is niet waar, hoor, zij reizen veel in de staat). Dad is waarschijnlijk aan het bijslapen, die is niet aan zoveel actie gewend. Net hier thuis zien we, dat Tammy nog drie flessen van hun eigengemaakte wijn in onze bagage heeft gestoken, waaronder bosbessenwijn. Hun gastvrijheid was werkelijk hartverwarmend! Hopelijk kunnen wij hen hier spoedig onthalen, Tammy en ik maakten al plannen voor de Virginia wijngaarden.
Iedereen bedankt voor het meelezen en de leuke commentaren. Ik had niet altijd veel internet om erop te reageren, maar las ze iedere ochtend met plezier. Morgen schrijf ik verder in mijn "gewone" blog.
dinsdag 30 juni 2009
maandag 29 juni 2009
@Blogger -- I have written my blogs here for more than five years, but if this spam blog stuff keeps going on, I'm going to move! I've entered posts in this blog every day or even every other day, so how is this spam? It's purely a travel journal. It's very frustrating to get every new blog marked as a spam blog. Get a better spam bot, please!!!
zondag 28 juni 2009
Holland
Zondag
Om een uur of acht sta ik op en ga mijn blog schrijven. Rick ligt nog te pitten en Brent en Tammy zijn naar de kerk. Er ligt een briefje op mijn laptop, dat de koffie klaarstaat en er verse cinnamon rolls zijn. Dat laat ik me geen tweede keer zeggen! Ik ben dol op cinnamon rolls, maar eet ze vrijwel nooit, dus ik laat me deze goed smaken.
Als Rick eenmaal in het land der levenden is en zijn ontbijt opheeft, gaan we een stuk hardlopen. Dit keer nemen we het Musketawa pad de andere kant op. We lopen iets meer dan anderhalve mijl en keren dan om, zodat we bij elkaar vijf kilometer lopen. Onderweg zie ik de kleurigste vogeltjes, waaronder een Oriole. Die heeft officieel Baltimore Oriole, maar in onze omgeving zie je deze fel oranje met zwarte vogels vrijwel nooit (meer).
Nadat Rick en ik ons opgefrist hebben, vertrekken we naar het zuiden in Tammy mooie, nieuwe Lincoln MkS (alleen is het navigatiesysteem te ingewikkeld voor de mannen). Het is wederom schitterend weer, dat hebben we hier weleens anders meegemaakt. We boffen deze week enorm!
De eerste stop is het Windmill Island in Holland, Michigan. Rick en ik zijn al vaker in Holland geweest, maar hier nog nooit. Brent is er met zijn kleindochter op schoolreis geweest. Op een eiland staat "De Zwaan" uit 1761, een uit Nederland overgekomen en opnieuw opgebouwde graanmolen. Het is de enige authentieke werkende Nederlandse molen in de VS.
Als we onze toegang betalen vertelt de dame achter het loket, dat we geluk hebben. We zijn net op tijd voor de klompendans voor de molen. Ik vertel Brent en Tammy, dat de eerste klompendans, die ik ooit gezien heb, hier in Holland, Michigan was.
Grappig, hoe er toch altijd een Amerikaans tintje aan zit
De vlaggen van de Nederlandse provincies wapperen vrolijk in een harde wind, die me aan Nederland doet denken. Over een nagemaakt ophaalbruggetje steken we het kanaal over. Met die molen op de achtergrond en de zwart-witte koeien zou het zo Nederland kunnen zijn!
Als we bij de molen aankomen, is het dansen nog niet begonnen. We beklimmen de molen, die tot helemaal bovenin te bezichtigen is. Het is wel interessant om dit helemaal houten bouwwerk te zien, dat al zo oud. Ik wist eigenlijk niet, dat molens zo hoog waren.
Beneden beginnen zes meisjes op een muziekje, dat mij absoluut niet bekend voorkomt, een dansje op klompen. Het ziet er best leuk uit, hoor, maar gek genoeg bekruipt mij een gevoel van schaamte.
Hier staan zes Amerikaanse meisjes (genaamd Jill, Becca, Alice en van de anderen zie ik het naamplaatje niet) een nogal knullig dansje op te voeren en dat moet dan onze "nationale" dans voorstellen. Waar is die vrolijke Spaanse Flamenco flair of the Griekse Zorba zwepende muziek? De muziekjes, waar deze meisjes op dansen klinken mij een beetje als nagels op een schoolbord in de oren. Maar zij doen hun best en krijgen dus een welgemeend applaus.
Ze hebben er in ieder geval wel lol in
In de daaropvolgende molenrondleiding hebben we geen van allen zin, dus we lopen verder naar de Nederlandse huisjes. Deze huisjes zijn replica's van Markense huisjes. In een ervan staat een van hout nagebouwd "Nederland" met allerlei verschillende bouwstijlen. Het is een beetje amateuristisch, maar toch leuk gedaan.
We kijken nog even in het winkeltje en Rick is helemaal blij er twee potten Zaanse mosterd te zien staan. De onze is net op en het is een favoriet van ons. Verder zie ik er niet veel en het is heel duur (bijna $10 voor een pak Douwe Egberts!). De dame, die afrekent, vertelt, dat de winkel bij het Dutch Village veel meer keuze heeft. Dat wist ik ook wel, want daar zijn we wel al een aantal keren geweest.
Na wat overleg besluiten we daarheen te gaan. Het is ook lunchtijd en Tammy herinnert zich de lekkere "pigs in a blanket" bij het Hungry Dutchman cafe daar. Dutch Village is een amusementspark, maar omdat we alleen naar de winkels gaan hoeven we geen toegang te betalen.
Eerst bezoeken we het toilet en dit is volgens mij de eerste keer ooit, dat ik een foto in een wc ruimte heb genomen. Alle deurtjes zijn namelijk beschilderd met Delfts blauwe vaasjes met bloemen. Het ziet er erg vrolijk uit!
De vlag van "mijn" Utrecht
Als we in het cafe in de rij staan te wachten om onze bestelling te doen, draait het meisje in klederdracht voor ons zich om. Ze hoorde Nederlands en zij is hier voor een stage deze zomer. Vorige keer, dat ik hier was, waren er ook een paar Nederlandse meisjes op stage. Geen idee waarvoor die stage is en ook nu weer krijg ik niet de kans dat te vragen.
Rick bestelt twee saucijzebroodjes (de "pigs in a blanket") en ik een en een kroket (vandaag is mijn dieet zondig dag, kennelijk). Tammy is wat avontuurlijker, dan Brent en bestelt erwtensoep en een saucijzebroodje. Brent houdt het bij een braadworst, maar probeert ook de helft van mijn tweede kroket. Rick doet zich tegoed aan de andere helft.
De kroket is echt heerlijk. Het is niet mijn favoriete Nederlandse snackbareten, maar deze zitten lekker vol met vlees en niet alleen ragout. De saucijzebroodjes, herinner ik me ook nog van een paar jaar geleden, zijn "close, but no cigar". Het bladerdeeg is lekker, maar de vulling is te hard voor een saucijzebroodje. Toch laten we het ons allemaal prima smaken.
Na het eten gaan we de kaas- en dropwinkel binnen. Hier vindt Rick zijn felbegeerde cassis Pickwick thee. Ik neem vooral zoetigheden mee: verschillende soorten drop, Kanjer stroopwafels en Zeeuwse babbelaars. Ook Tammy wil de stroopwafels weleens proberen en koopt daar een aantal van.
In de auto op weg naar Saugatuck, onze eindbestemming van vandaag, worden de verschillende lekkernijen geproefd en goedgekeurd.
In Saugatuck zijn noch Rick noch ik ooit geweest. Ricks vader was vroeger zo'n grote reiziger, maar nu blijft hij het liefst in zijn omgeving. Hierdoor hebben wij tijdens onze bezoeken hier nog niet veel van de rest van West Michigan gezien. Daarom is het des te leuker om er nu met vrienden van onze leeftijd op uit te gaan.
Saugatuck is een plaatsje bekend om zijn kunstgalerijen. Zoals Ricks vader zei, toen we hem vertelden, dat we erheen zouden gaan: "If you like gay art communities, Saugatuck is for you". Nou, laat ik dat soort plaatsjes nu hartstikke leuk vinden. Dit plaatsje doet me denken aan Provincetown op Cape Cod.
Het is schitterend weer, zonnig, maar niet te warm, en het is beredruk. Het duurt even voor we een parkeerplaats hebben gevonden, maar dan hebben we geluk, dat er net iemand weggaat.
We wandelen over de "boardwalk" aan de Kalamazoo rivier, waar de prachtigste motorjachten aangemeerd liggen! We kijken onze ogen uit! Wat een rijkdom ligt hier, jachten van zeker een miljoen dollar en meer. De restaurants langs de boardwalk hebben allemaal een breed terras en bij The Butler gaan we kijken of ze een tafeltje hebben.
Daar is een wachtlijst van een kwartier voor, maar niet getreurd, er is genoeg plaats aan de gezellige bar. Tammy, in wie ik een mede-wijnliefhebster heb ontdekt, en ik bestellen een wit wijntje. Brent neemt een biertje en Rick waagt zich, nu hij niet hoeft te rijden, aan een Rum Runner.
Het is werkelijk heerlijk zo in het zonnetje op een terras aan het water! Dit is toch wel het ultieme ontspannen zomergevoel. We hebben het erover, dat Muskegon ook zo'n stadje zou kunnen zijn, maar dat lijkt maar niet te lukken. Er zijn daar veel oude fabrieken, die gesloten zijn. Langzaam worden die omgetoverd in condominiums, winkels en restaurants, maar het zal lang duren, voor het zo gezellig is als Saugatuck!
Tammy wil mij graag de "Olive Mill" laten zien. Hier kun je allerlei smaken balsamico azijn (ik vind vooral de zwarte bessen smaak lekker) en olijfolie (de witte truffelsmaak is super) proeven. Tammy koopt een paar flessen, maar ik weet, dat die bij ons niet opkomen. Ik houd het bij een zak in olijfolie gebakken chips met rozemarijn en een potje olijven gevuld met hete pepers. Een bijzonder winkeltje is het zeker.
We lopen verder en stuiten dan op een juwelier, die Pandora bedels verkoopt. Tammy heeft net als ik een armband, dus we moeten naar binnen. Rick stelt voor, dat we als aandenken aan deze dagen ieder dezelfde bedel kiezen. Daar zijn we natuurlijk meteen voor te vinden! De verkoopster stelt het mandje met kaas en wijn voor, omdat er hier veel gepicknickt wordt. De mannen tasten in de portemonnaie en wij zijn blij met onze leuke souvenir.
Verscheidene wijngaarden hebben hier aan de hoofdstraat een "tasting room". De eerste, die we binnengaan is Tabor Hill. Hier mogen Tammy en ik gratis proeven van een heel stel verschillende wijnen. De mannen kletsen ondertussen aan een tafeltje, want die zijn vandaag niet zo "wijnerig" (al maakt Brent zijn eigen wijn van de drie soorten druiven in hun tuin).
Dit is de eerste keer, dat ik een vruchtenwijn probeer en wel kersenwijn. Die vind ik erg lekker. Hij lijkt wel op rose. Daarvan neem ik een fles mee naar huis. Tammy koopt ook een paar flessen, zij hebben een echte wijnkelder thuis.
Aan de overkant lopen we nog net voor sluitingstijd de winkel, waar we Round Barn en Free Run Cellars wijn kunnen proeven, in. Daar mogen we twee wijnsoorten gratis proeven. Ik kies de appelwijn, die wel lekker is, maar teveel naar appel smaakt, zodat hij meer op cider lijkt, en de rose, die me veel te droog is.
Mijn gratis proefwijnen zijn dus op, maar Rick heeft nog niets geproefd en ik ben zo benieuwd naar de cranberrywijn, want die is hun populairste. Rick krijgt een van de vingerhoedjes vol en deelt die met mij. Inderdaad vinden wij die wijn allebei heerlijk en kopen er een fles van.
De meeste winkeltjes zijn inmiddels gesloten, dus we lopen terug naar de auto. Daar leggen we de tassen achterin en rijden naar Chequers. Bij deze Britse pub werkt een vriendin van Tammy, Marla, wiens ouders Nederlands zijn. Marla maakt een dirty martini voor mij en Tammy en de mannen proberen een van de vele bieren. We zijn vreemd genoeg de enige klanten in deze pub, je zou denken, dat het met zo'n drukke dag voller zou zijn.
Voor het avondeten raden Brent en Tammy het Franse restaurant "Toulouse" aan. We krijgen een tafeltje op het gezellige kleine terrasje en de bediening is enorm attent. We delen de crab crepes en mosselen in een ontzettend lekker sausje als voorafjes. Mijn zalm komt op een bed van gekruide couscous met gegrilde asperges. Het is allemaal perfect bereid!
Helaas komt er ook een einde aan deze idyllische dag. Op de terugweg gaan we nog even bij Brents ouders langs. Die waren, toen Ricks moeder nog in leven was, de beste vrienden van Ricks ouders. Brents moeder mist mijn schoonmoeder duidelijk. We houden het bezoek kort, want we zijn allemaal moe.
Thuis kijken we de film Inkheart af. We zijn het erover eens, dat het einde teleurstellend is, maar de rest van de film vonden we wel spannend. Rick en ik nemen alvast afscheid van Brent, die morgen vroeg naar zijn werk moet. We bedanken hem hartelijk voor de gastvrijheid, want we hebben een geweldig weekend gehad, dankzij hen!
Maandag
Om kwart voor negen schrik ik wakker. Ik had eigenlijk veel eerder op willen staan, maar was kennelijk toch erg moe. Rick ligt ook nog in diepe rust.
Tammy werkt vandaag van huis uit (zij en Brent moeten beiden meer dan honderd mijl rijden naar hun werk!!!). Meteen schenkt ze koffie in voor mij en warmt een cinnamon roll op. Zo zorgzaam! We hebben hier ook iedere dag schone baddoeken, wat me doet afvragen, of ik eigenlijk ook de doeken van onze gasten iedere dag moet wassen voortaan.
Als Rick eenmaal op is, pakken we gauw in en doen de fietsen terug op de van. Tammy heeft om half tien een conference call en we halen het net daarvoor afscheid te nemen en weg te rijden. Ik moet toegeven, dat ik van tevoren niet zeker wist, of ik het wel fijn zou vinden drie nachten bij mensen, die we niet zo vreselijk goed kennen, te logeren. Die twijfels zijn zo ongegrond gebleken. Het was werkelijk dolgezellig.
Bij Dad slapen de kinderen nog, maar we maken ze al snel wakker. Zoals altijd, als ze bij Dad logeren liggen hun spullen door het hele huis verspreid. Dat neemt wel een paar uur in beslag om op te ruimen!
Terwijl zij inpakken, doe ik een uur Sports Active op de Wii. Eigenlijk had ik willen kayakken op het meer, maar het is vandaag voor het eerst bewolkt en koel. Bovendien waait het zo hard, dat er kopjes op de golven in het meer zitten. Geen lekker kayak weer, dus, helaas. Dat, mijn zal tot de volgende keer moeten wachten.
Na de lunch (ik eet mijn laatste zalmpate boterham heel langzaam op!) gaan Rick, Katja, Kai en ik naar de begraafplaats, waar Mom (Ricks moeder) begraven ligt. Saskia wil liever niet mee, wat ook prima is.
Als we bij het graf staan, komt er een oude dame op ons af. Ze kijkt naar de naam op de grafsteen en zegt: "Oh, verkeerde persoon". Dan begint ze een heel verhaal over haar ex-man, die is overleden en net begraven. Zij is overal buitengehouden, terwijl ze zo van hem hield, maken we uit haar verwarde verhaal op. Maar ze heeft de herinneringen nog, blijft ze maar herhalen. Zo zielig! We weten niet goed, wat te zeggen, natuurlijk.
Inmiddels is Carol bij Dad aangekomen om afscheid te nemen. Wij hebben besloten om half vier te vertrekken, want we willen nog naar de campus van Michigan State University. Katja en Rick willen wat kleding kopen bij de boekenwinkel daar en die sluit om zes uur.
We nemen hartelijk afscheid en bedanken ook Dad voor de gastvrijheid. Het is toch niet niks voor hem om voor onze drie tieners te zorgen! Nog een laatste blik op het Muskegon meer en we zijn op weg.
De meisjes willen tijdschriften voor onderweg, dus er wordt nog even bij Rite Aid gestopt. We moeten echter opschieten, want het is nog 110 mijl naar East Lansing. Daar komen we zonder oponthoud om half zes aan. Michigan State is een van de "Big Ten" scholen, dus nog veel groter, dan Virginia Tech. Er studeren ongeveer zoveel studenten, als Vienna inwoners heeft, rond de 50.000.
Het is nu zomer, dus er zijn niet zoveel studenten. De Student Book Store heeft een ruime keuze aan groen met witte kleding. Rick en de kinderen vinden een aantal leuke dingen. Ik vind het niet zo'n leuke kleurencombinatie, dus ben vandaag een "cheap date" voor Rick.
Rick wil ook graag eten hier en heeft herinneringen van vroeger aan het El Azteco restaurant. Dat is zeker populair, want zelfs op maandagavond zit het vol. Gelukkig is er nog een booth voor ons. Het wordt meteen duidelijk, dat wij in ons gebied zo verwend zijn.
Het menu is maar zeer beperkt en het meeste gefrituurd. Bij de Mexicaanse restaurants bij ons in de buurt zijn altijd ook gegrilde gerechten te bestellen. Met moeite vind ik een minder vet gerecht, wat ik zonder de kaas en roomsaus bestel: blauwe mais tortilla's met een pittige vulling. Het smaakt toch best lekker.
Voor Rick is dit een stap terug in de tijd, al vind hij zijn fajita's maar zeer matig. Ach, onze magen zijn gevuld en het is een gezellige en vooral goedkope plek. Ik zie een jonge Rickeltje hier zo zitten met een kan vol margarita's, zoals de studenten aan de tafel naast ons hebben.
Op weg naar de auto gaan we de CVS binnen om Icy Cold compressen te kopen voor Saskia, die een flinke hoofdpijn heeft. Bij Coldstone Creamery willen de meisjes een ijsje en Rick is dolblij een Starbucks te zien. We zijn weer terug in de bewoonde wereld, roept hij uit. Ik moet toegeven, dat een sterke kop Starbucks koffie morgen wel goed klinkt. Tammy's koffie leek meer op thee, qua sterkte.
Natuurlijk willen we vanavond nog verder en we voeren "Homewood Suites" in de gps. De meisjes voelen zich om verschillende redenen niet zo lekker en deze keten heeft de meest comfortabele kamers voor een goede prijs.
We vinden er een in Maumee, Ohio, waar ik een suite met twee slaapkamers met ieder een king bed, plus een uitklapbare sofa, vind voor $169. We komen rond half tien aan en het is weer een heel mooi hotel. Morgenochtend is er een uitgebreid gratis ontbijt en de kamer heeft een klein keukentje met van alles.
Morgen hebben we nog meer dan vijfhonderd mijl te gaan, maar de top is eraf. Dit keer nemen we de mooiere route door de bergen van West-Virginia, dus het zal veel minder saai zijn. We hebben in ieder geval een heerlijke week gehad!
Voor alle foto's van gisteren, klik hier.
Om een uur of acht sta ik op en ga mijn blog schrijven. Rick ligt nog te pitten en Brent en Tammy zijn naar de kerk. Er ligt een briefje op mijn laptop, dat de koffie klaarstaat en er verse cinnamon rolls zijn. Dat laat ik me geen tweede keer zeggen! Ik ben dol op cinnamon rolls, maar eet ze vrijwel nooit, dus ik laat me deze goed smaken.
Als Rick eenmaal in het land der levenden is en zijn ontbijt opheeft, gaan we een stuk hardlopen. Dit keer nemen we het Musketawa pad de andere kant op. We lopen iets meer dan anderhalve mijl en keren dan om, zodat we bij elkaar vijf kilometer lopen. Onderweg zie ik de kleurigste vogeltjes, waaronder een Oriole. Die heeft officieel Baltimore Oriole, maar in onze omgeving zie je deze fel oranje met zwarte vogels vrijwel nooit (meer).
Nadat Rick en ik ons opgefrist hebben, vertrekken we naar het zuiden in Tammy mooie, nieuwe Lincoln MkS (alleen is het navigatiesysteem te ingewikkeld voor de mannen). Het is wederom schitterend weer, dat hebben we hier weleens anders meegemaakt. We boffen deze week enorm!
De eerste stop is het Windmill Island in Holland, Michigan. Rick en ik zijn al vaker in Holland geweest, maar hier nog nooit. Brent is er met zijn kleindochter op schoolreis geweest. Op een eiland staat "De Zwaan" uit 1761, een uit Nederland overgekomen en opnieuw opgebouwde graanmolen. Het is de enige authentieke werkende Nederlandse molen in de VS.
Als we onze toegang betalen vertelt de dame achter het loket, dat we geluk hebben. We zijn net op tijd voor de klompendans voor de molen. Ik vertel Brent en Tammy, dat de eerste klompendans, die ik ooit gezien heb, hier in Holland, Michigan was.
Grappig, hoe er toch altijd een Amerikaans tintje aan zit
De vlaggen van de Nederlandse provincies wapperen vrolijk in een harde wind, die me aan Nederland doet denken. Over een nagemaakt ophaalbruggetje steken we het kanaal over. Met die molen op de achtergrond en de zwart-witte koeien zou het zo Nederland kunnen zijn!
Als we bij de molen aankomen, is het dansen nog niet begonnen. We beklimmen de molen, die tot helemaal bovenin te bezichtigen is. Het is wel interessant om dit helemaal houten bouwwerk te zien, dat al zo oud. Ik wist eigenlijk niet, dat molens zo hoog waren.
Beneden beginnen zes meisjes op een muziekje, dat mij absoluut niet bekend voorkomt, een dansje op klompen. Het ziet er best leuk uit, hoor, maar gek genoeg bekruipt mij een gevoel van schaamte.
Hier staan zes Amerikaanse meisjes (genaamd Jill, Becca, Alice en van de anderen zie ik het naamplaatje niet) een nogal knullig dansje op te voeren en dat moet dan onze "nationale" dans voorstellen. Waar is die vrolijke Spaanse Flamenco flair of the Griekse Zorba zwepende muziek? De muziekjes, waar deze meisjes op dansen klinken mij een beetje als nagels op een schoolbord in de oren. Maar zij doen hun best en krijgen dus een welgemeend applaus.
Ze hebben er in ieder geval wel lol in
In de daaropvolgende molenrondleiding hebben we geen van allen zin, dus we lopen verder naar de Nederlandse huisjes. Deze huisjes zijn replica's van Markense huisjes. In een ervan staat een van hout nagebouwd "Nederland" met allerlei verschillende bouwstijlen. Het is een beetje amateuristisch, maar toch leuk gedaan.
We kijken nog even in het winkeltje en Rick is helemaal blij er twee potten Zaanse mosterd te zien staan. De onze is net op en het is een favoriet van ons. Verder zie ik er niet veel en het is heel duur (bijna $10 voor een pak Douwe Egberts!). De dame, die afrekent, vertelt, dat de winkel bij het Dutch Village veel meer keuze heeft. Dat wist ik ook wel, want daar zijn we wel al een aantal keren geweest.
Na wat overleg besluiten we daarheen te gaan. Het is ook lunchtijd en Tammy herinnert zich de lekkere "pigs in a blanket" bij het Hungry Dutchman cafe daar. Dutch Village is een amusementspark, maar omdat we alleen naar de winkels gaan hoeven we geen toegang te betalen.
Eerst bezoeken we het toilet en dit is volgens mij de eerste keer ooit, dat ik een foto in een wc ruimte heb genomen. Alle deurtjes zijn namelijk beschilderd met Delfts blauwe vaasjes met bloemen. Het ziet er erg vrolijk uit!
De vlag van "mijn" Utrecht
Als we in het cafe in de rij staan te wachten om onze bestelling te doen, draait het meisje in klederdracht voor ons zich om. Ze hoorde Nederlands en zij is hier voor een stage deze zomer. Vorige keer, dat ik hier was, waren er ook een paar Nederlandse meisjes op stage. Geen idee waarvoor die stage is en ook nu weer krijg ik niet de kans dat te vragen.
Rick bestelt twee saucijzebroodjes (de "pigs in a blanket") en ik een en een kroket (vandaag is mijn dieet zondig dag, kennelijk). Tammy is wat avontuurlijker, dan Brent en bestelt erwtensoep en een saucijzebroodje. Brent houdt het bij een braadworst, maar probeert ook de helft van mijn tweede kroket. Rick doet zich tegoed aan de andere helft.
De kroket is echt heerlijk. Het is niet mijn favoriete Nederlandse snackbareten, maar deze zitten lekker vol met vlees en niet alleen ragout. De saucijzebroodjes, herinner ik me ook nog van een paar jaar geleden, zijn "close, but no cigar". Het bladerdeeg is lekker, maar de vulling is te hard voor een saucijzebroodje. Toch laten we het ons allemaal prima smaken.
Na het eten gaan we de kaas- en dropwinkel binnen. Hier vindt Rick zijn felbegeerde cassis Pickwick thee. Ik neem vooral zoetigheden mee: verschillende soorten drop, Kanjer stroopwafels en Zeeuwse babbelaars. Ook Tammy wil de stroopwafels weleens proberen en koopt daar een aantal van.
In de auto op weg naar Saugatuck, onze eindbestemming van vandaag, worden de verschillende lekkernijen geproefd en goedgekeurd.
In Saugatuck zijn noch Rick noch ik ooit geweest. Ricks vader was vroeger zo'n grote reiziger, maar nu blijft hij het liefst in zijn omgeving. Hierdoor hebben wij tijdens onze bezoeken hier nog niet veel van de rest van West Michigan gezien. Daarom is het des te leuker om er nu met vrienden van onze leeftijd op uit te gaan.
Saugatuck is een plaatsje bekend om zijn kunstgalerijen. Zoals Ricks vader zei, toen we hem vertelden, dat we erheen zouden gaan: "If you like gay art communities, Saugatuck is for you". Nou, laat ik dat soort plaatsjes nu hartstikke leuk vinden. Dit plaatsje doet me denken aan Provincetown op Cape Cod.
Het is schitterend weer, zonnig, maar niet te warm, en het is beredruk. Het duurt even voor we een parkeerplaats hebben gevonden, maar dan hebben we geluk, dat er net iemand weggaat.
We wandelen over de "boardwalk" aan de Kalamazoo rivier, waar de prachtigste motorjachten aangemeerd liggen! We kijken onze ogen uit! Wat een rijkdom ligt hier, jachten van zeker een miljoen dollar en meer. De restaurants langs de boardwalk hebben allemaal een breed terras en bij The Butler gaan we kijken of ze een tafeltje hebben.
Daar is een wachtlijst van een kwartier voor, maar niet getreurd, er is genoeg plaats aan de gezellige bar. Tammy, in wie ik een mede-wijnliefhebster heb ontdekt, en ik bestellen een wit wijntje. Brent neemt een biertje en Rick waagt zich, nu hij niet hoeft te rijden, aan een Rum Runner.
Het is werkelijk heerlijk zo in het zonnetje op een terras aan het water! Dit is toch wel het ultieme ontspannen zomergevoel. We hebben het erover, dat Muskegon ook zo'n stadje zou kunnen zijn, maar dat lijkt maar niet te lukken. Er zijn daar veel oude fabrieken, die gesloten zijn. Langzaam worden die omgetoverd in condominiums, winkels en restaurants, maar het zal lang duren, voor het zo gezellig is als Saugatuck!
Tammy wil mij graag de "Olive Mill" laten zien. Hier kun je allerlei smaken balsamico azijn (ik vind vooral de zwarte bessen smaak lekker) en olijfolie (de witte truffelsmaak is super) proeven. Tammy koopt een paar flessen, maar ik weet, dat die bij ons niet opkomen. Ik houd het bij een zak in olijfolie gebakken chips met rozemarijn en een potje olijven gevuld met hete pepers. Een bijzonder winkeltje is het zeker.
We lopen verder en stuiten dan op een juwelier, die Pandora bedels verkoopt. Tammy heeft net als ik een armband, dus we moeten naar binnen. Rick stelt voor, dat we als aandenken aan deze dagen ieder dezelfde bedel kiezen. Daar zijn we natuurlijk meteen voor te vinden! De verkoopster stelt het mandje met kaas en wijn voor, omdat er hier veel gepicknickt wordt. De mannen tasten in de portemonnaie en wij zijn blij met onze leuke souvenir.
Verscheidene wijngaarden hebben hier aan de hoofdstraat een "tasting room". De eerste, die we binnengaan is Tabor Hill. Hier mogen Tammy en ik gratis proeven van een heel stel verschillende wijnen. De mannen kletsen ondertussen aan een tafeltje, want die zijn vandaag niet zo "wijnerig" (al maakt Brent zijn eigen wijn van de drie soorten druiven in hun tuin).
Dit is de eerste keer, dat ik een vruchtenwijn probeer en wel kersenwijn. Die vind ik erg lekker. Hij lijkt wel op rose. Daarvan neem ik een fles mee naar huis. Tammy koopt ook een paar flessen, zij hebben een echte wijnkelder thuis.
Aan de overkant lopen we nog net voor sluitingstijd de winkel, waar we Round Barn en Free Run Cellars wijn kunnen proeven, in. Daar mogen we twee wijnsoorten gratis proeven. Ik kies de appelwijn, die wel lekker is, maar teveel naar appel smaakt, zodat hij meer op cider lijkt, en de rose, die me veel te droog is.
Mijn gratis proefwijnen zijn dus op, maar Rick heeft nog niets geproefd en ik ben zo benieuwd naar de cranberrywijn, want die is hun populairste. Rick krijgt een van de vingerhoedjes vol en deelt die met mij. Inderdaad vinden wij die wijn allebei heerlijk en kopen er een fles van.
De meeste winkeltjes zijn inmiddels gesloten, dus we lopen terug naar de auto. Daar leggen we de tassen achterin en rijden naar Chequers. Bij deze Britse pub werkt een vriendin van Tammy, Marla, wiens ouders Nederlands zijn. Marla maakt een dirty martini voor mij en Tammy en de mannen proberen een van de vele bieren. We zijn vreemd genoeg de enige klanten in deze pub, je zou denken, dat het met zo'n drukke dag voller zou zijn.
Voor het avondeten raden Brent en Tammy het Franse restaurant "Toulouse" aan. We krijgen een tafeltje op het gezellige kleine terrasje en de bediening is enorm attent. We delen de crab crepes en mosselen in een ontzettend lekker sausje als voorafjes. Mijn zalm komt op een bed van gekruide couscous met gegrilde asperges. Het is allemaal perfect bereid!
Helaas komt er ook een einde aan deze idyllische dag. Op de terugweg gaan we nog even bij Brents ouders langs. Die waren, toen Ricks moeder nog in leven was, de beste vrienden van Ricks ouders. Brents moeder mist mijn schoonmoeder duidelijk. We houden het bezoek kort, want we zijn allemaal moe.
Thuis kijken we de film Inkheart af. We zijn het erover eens, dat het einde teleurstellend is, maar de rest van de film vonden we wel spannend. Rick en ik nemen alvast afscheid van Brent, die morgen vroeg naar zijn werk moet. We bedanken hem hartelijk voor de gastvrijheid, want we hebben een geweldig weekend gehad, dankzij hen!
Maandag
Om kwart voor negen schrik ik wakker. Ik had eigenlijk veel eerder op willen staan, maar was kennelijk toch erg moe. Rick ligt ook nog in diepe rust.
Tammy werkt vandaag van huis uit (zij en Brent moeten beiden meer dan honderd mijl rijden naar hun werk!!!). Meteen schenkt ze koffie in voor mij en warmt een cinnamon roll op. Zo zorgzaam! We hebben hier ook iedere dag schone baddoeken, wat me doet afvragen, of ik eigenlijk ook de doeken van onze gasten iedere dag moet wassen voortaan.
Als Rick eenmaal op is, pakken we gauw in en doen de fietsen terug op de van. Tammy heeft om half tien een conference call en we halen het net daarvoor afscheid te nemen en weg te rijden. Ik moet toegeven, dat ik van tevoren niet zeker wist, of ik het wel fijn zou vinden drie nachten bij mensen, die we niet zo vreselijk goed kennen, te logeren. Die twijfels zijn zo ongegrond gebleken. Het was werkelijk dolgezellig.
Bij Dad slapen de kinderen nog, maar we maken ze al snel wakker. Zoals altijd, als ze bij Dad logeren liggen hun spullen door het hele huis verspreid. Dat neemt wel een paar uur in beslag om op te ruimen!
Terwijl zij inpakken, doe ik een uur Sports Active op de Wii. Eigenlijk had ik willen kayakken op het meer, maar het is vandaag voor het eerst bewolkt en koel. Bovendien waait het zo hard, dat er kopjes op de golven in het meer zitten. Geen lekker kayak weer, dus, helaas. Dat, mijn zal tot de volgende keer moeten wachten.
Na de lunch (ik eet mijn laatste zalmpate boterham heel langzaam op!) gaan Rick, Katja, Kai en ik naar de begraafplaats, waar Mom (Ricks moeder) begraven ligt. Saskia wil liever niet mee, wat ook prima is.
Als we bij het graf staan, komt er een oude dame op ons af. Ze kijkt naar de naam op de grafsteen en zegt: "Oh, verkeerde persoon". Dan begint ze een heel verhaal over haar ex-man, die is overleden en net begraven. Zij is overal buitengehouden, terwijl ze zo van hem hield, maken we uit haar verwarde verhaal op. Maar ze heeft de herinneringen nog, blijft ze maar herhalen. Zo zielig! We weten niet goed, wat te zeggen, natuurlijk.
Inmiddels is Carol bij Dad aangekomen om afscheid te nemen. Wij hebben besloten om half vier te vertrekken, want we willen nog naar de campus van Michigan State University. Katja en Rick willen wat kleding kopen bij de boekenwinkel daar en die sluit om zes uur.
We nemen hartelijk afscheid en bedanken ook Dad voor de gastvrijheid. Het is toch niet niks voor hem om voor onze drie tieners te zorgen! Nog een laatste blik op het Muskegon meer en we zijn op weg.
De meisjes willen tijdschriften voor onderweg, dus er wordt nog even bij Rite Aid gestopt. We moeten echter opschieten, want het is nog 110 mijl naar East Lansing. Daar komen we zonder oponthoud om half zes aan. Michigan State is een van de "Big Ten" scholen, dus nog veel groter, dan Virginia Tech. Er studeren ongeveer zoveel studenten, als Vienna inwoners heeft, rond de 50.000.
Het is nu zomer, dus er zijn niet zoveel studenten. De Student Book Store heeft een ruime keuze aan groen met witte kleding. Rick en de kinderen vinden een aantal leuke dingen. Ik vind het niet zo'n leuke kleurencombinatie, dus ben vandaag een "cheap date" voor Rick.
Rick wil ook graag eten hier en heeft herinneringen van vroeger aan het El Azteco restaurant. Dat is zeker populair, want zelfs op maandagavond zit het vol. Gelukkig is er nog een booth voor ons. Het wordt meteen duidelijk, dat wij in ons gebied zo verwend zijn.
Het menu is maar zeer beperkt en het meeste gefrituurd. Bij de Mexicaanse restaurants bij ons in de buurt zijn altijd ook gegrilde gerechten te bestellen. Met moeite vind ik een minder vet gerecht, wat ik zonder de kaas en roomsaus bestel: blauwe mais tortilla's met een pittige vulling. Het smaakt toch best lekker.
Voor Rick is dit een stap terug in de tijd, al vind hij zijn fajita's maar zeer matig. Ach, onze magen zijn gevuld en het is een gezellige en vooral goedkope plek. Ik zie een jonge Rickeltje hier zo zitten met een kan vol margarita's, zoals de studenten aan de tafel naast ons hebben.
Op weg naar de auto gaan we de CVS binnen om Icy Cold compressen te kopen voor Saskia, die een flinke hoofdpijn heeft. Bij Coldstone Creamery willen de meisjes een ijsje en Rick is dolblij een Starbucks te zien. We zijn weer terug in de bewoonde wereld, roept hij uit. Ik moet toegeven, dat een sterke kop Starbucks koffie morgen wel goed klinkt. Tammy's koffie leek meer op thee, qua sterkte.
Natuurlijk willen we vanavond nog verder en we voeren "Homewood Suites" in de gps. De meisjes voelen zich om verschillende redenen niet zo lekker en deze keten heeft de meest comfortabele kamers voor een goede prijs.
We vinden er een in Maumee, Ohio, waar ik een suite met twee slaapkamers met ieder een king bed, plus een uitklapbare sofa, vind voor $169. We komen rond half tien aan en het is weer een heel mooi hotel. Morgenochtend is er een uitgebreid gratis ontbijt en de kamer heeft een klein keukentje met van alles.
Morgen hebben we nog meer dan vijfhonderd mijl te gaan, maar de top is eraf. Dit keer nemen we de mooiere route door de bergen van West-Virginia, dus het zal veel minder saai zijn. We hebben in ieder geval een heerlijke week gehad!
Voor alle foto's van gisteren, klik hier.
zaterdag 27 juni 2009
Graduation Parties
We hebben vannacht heerlijk geslapen. Brent en Tammy hebben duidelijk een hekel aan de warmte, want het huis is lekker koel. De zon wekt mij om half acht. Rick blijft nog even liggen. Brent blijkt allang op te zijn en niet veel later komt Tammy ook beneden.
Hun zoon Zack van 23 die naast hen woont, komt binnenzeilen. Zijn moeder maakt toast met zelfgemaakte bosbessenjam voor hem. Hun kinderen komen regelmatig langs met de vijf kleinkinderen. In dit gebied wonen veel families heel dicht bij elkaar, die van Rick ook. Alleen Rick en zijn zus wonen daarvan in een andere staat. Dat is in ons gebied ongewoon, daar hebben maar weinig mensen de hele familie dichtbij.
Brent en Tammy nemen ons vanochtend mee uit ontbijten. We rijden naar Turk's Restaurant. Dit is zo'n plek, waar je als toerist voorbij zou rijden, omdat hij er van buiten uitziet als niets bijzonders. Om die te vinden moet je met de "locals" op stap. Dit restaurant ziet er van binnen heel gezellig uit met allerlei schilderingen. Brent vertelt, dat ze hier vaak na de kerk gaan eten. Als hun kinderen naar de kerk komen, trakteert hij ze dan ook op een ontbijt.
Vaak vind ik restaurantontbijten veel te zwaar en veel. Maar hier bestel ik een "veggie" eggs benedict zonder de vette Hollandaise saus en dat is precies genoeg. Rick neemt een ander soort eggs benedict en Tammy en Brent allebei een gigantisch omelet. Het is alweer een tijdje geleden, dat we in een restaurant ontbeten en het is toch wel erg gezellig om te doen.
We hebben onze fietsen meegenomen hierheen, want de Gillettes wonen vlak naast een fietspad, het Musketawa trail. Rick en ik gaan een fietstocht in de richting van Ravenna maken. We besluiten tien mijl die kant op te rijden. Tot Ravenna zien we aan weerszijden boerderijen met uitgestrekte bosbessen-, mais- en graanvelden. Ik waan me even terug op het Nederlandse platteland, als ik de vroeger zo gewone geur van koeienmest ruik.
's Winters is het pad er voor sneeuwmobielen
Op de boerderij hangt de was buiten
Ravenna, waar Ricks grootouders van vaders kant woonden en nu nog een heel aantal familieleden, doet een beetje deprimerend aan. Er is wel geprobeerd het welkomstbordje op te vrolijken met bloemen, maar de gebouwen staan vrijwel allemaal leeg. De slechte economie heeft hier hard toegeslagen horen we van verschillende kanten.
Bosbessenvelden
Na Ravenna rijden we door dicht bos. Opvallend is hoe stil het is op het pad, maar ook op de wegen, die we oversteken (vrijwel alle wegen hier zijn onverhard). Dat is wel anders bij ons langs het W&OD trail op een mooie zaterdag. De voorbijgangers groeten allemaal vriendelijk.
Nadat ik gedoucht heb, biedt Tammy me een ritje op haar leuke nieuwe rode golfkarretje aan. De buren wonen hier zover bij elkaar vandaan, dat even aanlopen een flinke wandeling is. Dat hebben de meesten opgelost door een golfkarretje te nemen, in plaats van de auto te gebruiken ('s winters wordt die vervangen door een sneeuwmobiel). Het karretje van Tammy heeft zelfs satelietradio!
Ze neemt me mee het bos in over een ruwe zandweg. Het lijkt zo wel een all terrain vehicle! Ook laat ze me de buurt zien. Veel mensen hebben een grote eigen moestuin. Kennelijk is het hier makkelijker allerlei groentes en fruit te verbouwen, dan bij ons, waar het al gauw te heet en droog is.
Brents "wijngaard"
Vandaag zal ik de "sociale dag" van deze vakantie noemen. We zijn uitgenodigd bij maar liefst twee graduation parties. De eerste wordt gegeven door Ricks nicht Jamie en haar man Chris. Ze wonen toevallig dichtbij de Gillettes, dus wij hoeven niet ver te rijden. Dad en Carol komen met de kinderen vanuit Muskegon.
Als we aankomen zien we gelijk waar de party is. Een paar grote tenten en lange tafels staan opgesteld. Van grote crockpots met eten en koelboxen met soda's en bier wordt enthousiast gebruik gemaakt, getuige de vele lege blikjes en volle borden.
Al voor we uit de van zijn gestapt komt Ricks tante Sue op ons afgerend. We krijgen een "bearhug" en ik krijg een grote zak met haar zelfgemaakte "Chex mix" in mijn handen gedrukt. Zo lief!! Die vind ik zo lekker en ze had het niet met haar gewoonlijke Kerstpakketje meegestuurd afgelopen Kerst.
Ook door de anderen worden we als eregasten ontvangen. We hebben de meesten van deze mensen voor het laatst gezien bij de begrafenis van Ricks moeder in 2001. Dat is dus al even geleden. Het gesprek is al gauw geanimeerd.
Ricks oom, wiens vrouw pas is overleden aan borstkanker en die ook de Relay for Life heeft gedaan, is ontroerd, als Rick hem de foto's van de luminaria voor aunt Kathy, die bij onze Relay stond, laat zien.
Dad, Carol en de kinderen arriveren even later en doen zich tegoed aan het eten. Dad, die dit soort bijeenkomsten een vreselijke verplichting vindt, wil binnen het uur alweer weg. Even lijkt het erop, dat onze kinderen ook mee willen, maar dan wordt er een volleybalspel gestart.
Dad kletst nog even na met zijn broer Dick en een voor een "verliest" hij de kinderen. Katja en Saskia gaan meteen meedoen en Kai vindt het er dan toch ook zo leuk uitzien, dat hij zich er ook bijvoegt. Wij spreken dus af de kinderen later weer bij Dad af te zetten.
Tegen zessen moeten wij er ook vandoor, want we hebben nog een tweede party om te bezoeken. Tot onze verbazing willen de kinderen helemaal niet mee! Die spelen liever een tweede volleybalspel. Zodra ik echter het golfkarretje van Tammy noem, zitten ze binnen de kortste keren in de auto, ha ha! Toch vind ik het erg leuk, dat ze zich alle drie zo in een onbekende groep mengden en niet verveeld aan een tafel bleven zitten.
Tammy en Brent zijn ook net terug van hun eerdere party (het is vandaag duidelijk graduation party dag!). Op mijn vraag, of de kinderen misschien meemogen op het golfkarretje, reageert Tammy precies zoals ik dacht. Iedere gelegenheid voor haar om het te kunnen showen, neemt ze aan.
Eerst rijdt Tammy zelf met Kai naast haar en Katja en Saskia achterop. Intussen probeert Rick Brent's tractor uit. Wat een grappig gezicht, mijn "stads"man op zo'n ding! Hij glundert helemaal.
Kai en Katja mogen zelf ook een stuk met de golfkar rijden, wat ze natuurlijk prachtig vinden. Ik houd mijn hart wel een beetje vast. Al is het hier heel stil, het verkeer, dat voorbij komt, rijdt keihard en dat golfkarretje niet. Maar ze brengen het er natuurlijk prima vanaf. Vooral Kai is helemaal in zijn sas, want hij had eerder vanmiddag al gevraagd, of we tijd zouden hebben voor zo'n ritje.
Een paar goudvinkjes in de voortuin
Dan is het tijd om naar de tweede party Muskegon te gaan. Dit pizzafeest is voor een neef van Brent voor diens high school graduation. Bij Fricano's zit iedereen al aan twee lange tafels, waar nog precies genoeg stoelen voor ons over zijn. Alweer zo vreselijk aardig, dat wij ook welkom zijn hier!
Er staan twee New York Style (dunne korst) pizza's op tafel en die smaken erg lekker! Ik kom naast Brents broer Mark te zitten, die net zo hartelijk is als Brent zelf. Katja, die tegenover mij zit, en ik worden zo in het gesprek betrokken, al ken ik eigenlijk niemand. Rick praat intussen met Brents ouders en zussen. Saskia en Kai vermaken zich met Brents 11-maanden oude kleindochtertje, die de aandacht van die twee grote kinderen prachtig vindt.
Na een uurtje neemt iedereen weer afscheid. Wij brengen de kinderen terug naar Dads huis en kletsen nog even na. We treffen Brent en Tammy filmkijkend aan. House Bunny is bijna afgelopen en dan kiezen we Inkheart. Ik ben echter zo moe, dat ik al gauw mijn ogen niet meer kan openhouden. Ook de anderen willen naar bed. Inkheart bewaren we maar voor morgen.
Hun zoon Zack van 23 die naast hen woont, komt binnenzeilen. Zijn moeder maakt toast met zelfgemaakte bosbessenjam voor hem. Hun kinderen komen regelmatig langs met de vijf kleinkinderen. In dit gebied wonen veel families heel dicht bij elkaar, die van Rick ook. Alleen Rick en zijn zus wonen daarvan in een andere staat. Dat is in ons gebied ongewoon, daar hebben maar weinig mensen de hele familie dichtbij.
Brent en Tammy nemen ons vanochtend mee uit ontbijten. We rijden naar Turk's Restaurant. Dit is zo'n plek, waar je als toerist voorbij zou rijden, omdat hij er van buiten uitziet als niets bijzonders. Om die te vinden moet je met de "locals" op stap. Dit restaurant ziet er van binnen heel gezellig uit met allerlei schilderingen. Brent vertelt, dat ze hier vaak na de kerk gaan eten. Als hun kinderen naar de kerk komen, trakteert hij ze dan ook op een ontbijt.
Vaak vind ik restaurantontbijten veel te zwaar en veel. Maar hier bestel ik een "veggie" eggs benedict zonder de vette Hollandaise saus en dat is precies genoeg. Rick neemt een ander soort eggs benedict en Tammy en Brent allebei een gigantisch omelet. Het is alweer een tijdje geleden, dat we in een restaurant ontbeten en het is toch wel erg gezellig om te doen.
We hebben onze fietsen meegenomen hierheen, want de Gillettes wonen vlak naast een fietspad, het Musketawa trail. Rick en ik gaan een fietstocht in de richting van Ravenna maken. We besluiten tien mijl die kant op te rijden. Tot Ravenna zien we aan weerszijden boerderijen met uitgestrekte bosbessen-, mais- en graanvelden. Ik waan me even terug op het Nederlandse platteland, als ik de vroeger zo gewone geur van koeienmest ruik.
's Winters is het pad er voor sneeuwmobielen
Op de boerderij hangt de was buiten
Ravenna, waar Ricks grootouders van vaders kant woonden en nu nog een heel aantal familieleden, doet een beetje deprimerend aan. Er is wel geprobeerd het welkomstbordje op te vrolijken met bloemen, maar de gebouwen staan vrijwel allemaal leeg. De slechte economie heeft hier hard toegeslagen horen we van verschillende kanten.
Bosbessenvelden
Na Ravenna rijden we door dicht bos. Opvallend is hoe stil het is op het pad, maar ook op de wegen, die we oversteken (vrijwel alle wegen hier zijn onverhard). Dat is wel anders bij ons langs het W&OD trail op een mooie zaterdag. De voorbijgangers groeten allemaal vriendelijk.
Nadat ik gedoucht heb, biedt Tammy me een ritje op haar leuke nieuwe rode golfkarretje aan. De buren wonen hier zover bij elkaar vandaan, dat even aanlopen een flinke wandeling is. Dat hebben de meesten opgelost door een golfkarretje te nemen, in plaats van de auto te gebruiken ('s winters wordt die vervangen door een sneeuwmobiel). Het karretje van Tammy heeft zelfs satelietradio!
Ze neemt me mee het bos in over een ruwe zandweg. Het lijkt zo wel een all terrain vehicle! Ook laat ze me de buurt zien. Veel mensen hebben een grote eigen moestuin. Kennelijk is het hier makkelijker allerlei groentes en fruit te verbouwen, dan bij ons, waar het al gauw te heet en droog is.
Brents "wijngaard"
Vandaag zal ik de "sociale dag" van deze vakantie noemen. We zijn uitgenodigd bij maar liefst twee graduation parties. De eerste wordt gegeven door Ricks nicht Jamie en haar man Chris. Ze wonen toevallig dichtbij de Gillettes, dus wij hoeven niet ver te rijden. Dad en Carol komen met de kinderen vanuit Muskegon.
Als we aankomen zien we gelijk waar de party is. Een paar grote tenten en lange tafels staan opgesteld. Van grote crockpots met eten en koelboxen met soda's en bier wordt enthousiast gebruik gemaakt, getuige de vele lege blikjes en volle borden.
Al voor we uit de van zijn gestapt komt Ricks tante Sue op ons afgerend. We krijgen een "bearhug" en ik krijg een grote zak met haar zelfgemaakte "Chex mix" in mijn handen gedrukt. Zo lief!! Die vind ik zo lekker en ze had het niet met haar gewoonlijke Kerstpakketje meegestuurd afgelopen Kerst.
Ook door de anderen worden we als eregasten ontvangen. We hebben de meesten van deze mensen voor het laatst gezien bij de begrafenis van Ricks moeder in 2001. Dat is dus al even geleden. Het gesprek is al gauw geanimeerd.
Ricks oom, wiens vrouw pas is overleden aan borstkanker en die ook de Relay for Life heeft gedaan, is ontroerd, als Rick hem de foto's van de luminaria voor aunt Kathy, die bij onze Relay stond, laat zien.
Dad, Carol en de kinderen arriveren even later en doen zich tegoed aan het eten. Dad, die dit soort bijeenkomsten een vreselijke verplichting vindt, wil binnen het uur alweer weg. Even lijkt het erop, dat onze kinderen ook mee willen, maar dan wordt er een volleybalspel gestart.
Dad kletst nog even na met zijn broer Dick en een voor een "verliest" hij de kinderen. Katja en Saskia gaan meteen meedoen en Kai vindt het er dan toch ook zo leuk uitzien, dat hij zich er ook bijvoegt. Wij spreken dus af de kinderen later weer bij Dad af te zetten.
Tegen zessen moeten wij er ook vandoor, want we hebben nog een tweede party om te bezoeken. Tot onze verbazing willen de kinderen helemaal niet mee! Die spelen liever een tweede volleybalspel. Zodra ik echter het golfkarretje van Tammy noem, zitten ze binnen de kortste keren in de auto, ha ha! Toch vind ik het erg leuk, dat ze zich alle drie zo in een onbekende groep mengden en niet verveeld aan een tafel bleven zitten.
Tammy en Brent zijn ook net terug van hun eerdere party (het is vandaag duidelijk graduation party dag!). Op mijn vraag, of de kinderen misschien meemogen op het golfkarretje, reageert Tammy precies zoals ik dacht. Iedere gelegenheid voor haar om het te kunnen showen, neemt ze aan.
Eerst rijdt Tammy zelf met Kai naast haar en Katja en Saskia achterop. Intussen probeert Rick Brent's tractor uit. Wat een grappig gezicht, mijn "stads"man op zo'n ding! Hij glundert helemaal.
Kai en Katja mogen zelf ook een stuk met de golfkar rijden, wat ze natuurlijk prachtig vinden. Ik houd mijn hart wel een beetje vast. Al is het hier heel stil, het verkeer, dat voorbij komt, rijdt keihard en dat golfkarretje niet. Maar ze brengen het er natuurlijk prima vanaf. Vooral Kai is helemaal in zijn sas, want hij had eerder vanmiddag al gevraagd, of we tijd zouden hebben voor zo'n ritje.
Een paar goudvinkjes in de voortuin
Dan is het tijd om naar de tweede party Muskegon te gaan. Dit pizzafeest is voor een neef van Brent voor diens high school graduation. Bij Fricano's zit iedereen al aan twee lange tafels, waar nog precies genoeg stoelen voor ons over zijn. Alweer zo vreselijk aardig, dat wij ook welkom zijn hier!
Er staan twee New York Style (dunne korst) pizza's op tafel en die smaken erg lekker! Ik kom naast Brents broer Mark te zitten, die net zo hartelijk is als Brent zelf. Katja, die tegenover mij zit, en ik worden zo in het gesprek betrokken, al ken ik eigenlijk niemand. Rick praat intussen met Brents ouders en zussen. Saskia en Kai vermaken zich met Brents 11-maanden oude kleindochtertje, die de aandacht van die twee grote kinderen prachtig vindt.
Na een uurtje neemt iedereen weer afscheid. Wij brengen de kinderen terug naar Dads huis en kletsen nog even na. We treffen Brent en Tammy filmkijkend aan. House Bunny is bijna afgelopen en dan kiezen we Inkheart. Ik ben echter zo moe, dat ik al gauw mijn ogen niet meer kan openhouden. Ook de anderen willen naar bed. Inkheart bewaren we maar voor morgen.
vrijdag 26 juni 2009
Mooie rit langs het Michigan Meer
Het is schitterend weer, als ik met mijn gewichtenvest op stap ga. Ik heb besloten een half uur door het stadje St. Ignace te lopen. Er is grote bedrijvigheid in het anders wat slaperige plaatsje (heel anders, dan het toeristische Mackinaw City aan de andere kant van de brug). Vanavond is er namelijk een old timers parade. De mooiste oude auto's rijden langs, ik kijk mijn ogen uit!
Ook kom ik langs een historische kerk van de Ojibwa, waar een klein museum over de indianen (Huron, Ojibwa (Chippewa)) in is gevestigd. Helaas is het nog gesloten, want ik ben altijd heel geinteresseerd in de geschiedenis van de oorspronkelijke bevolking hier.
Terug op de kamer pakken we in en na het ontbijt zijn we klaar om uit te checken. Op de terugweg naar North-Muskegon willen we de weg langs het Michigan Meer nemen en wat bezienswaardigheden bekijken.
Het weer is nu veel helderder, dan woensdag, dus we willen graag goede foto's van de Mackinac Bridge. Vlak voor we de brug weer overgaan, rijden we naar het parkje, dat speciaal is opgezet om goed uitzicht erop te hebben. Er staan wat feiten vermeld. Het is bijvoorbeeld een van de langste hangbruggen van het Westelijk halfrond.
Als we bij het tolhuisje aankomen, krijgen we te horen, dat de auto met het Alaska nummerbord voor ons onze tol al heeft betaald. Jee, dat is pas aardig! Rick is daar zo beduusd van, dat hij vergeet te betalen voor degenen achter ons om het stokje door te geven. Nu moeten we een andere goede daad doen vandaag.
Aan de overkant van de brug rijden we Mackinaw City binnen. Hier zijn Rick, Saskia en ik zo'n tien jaar geleden ook geweest en Saskia heeft toen een teddybeer gemaakt bij de Mackinaw Bear Company. De meisjes willen dsat nu graag weer doen.
We vinden de winkel al gauw en in die tien jaar is hij wel wat veranderd. Het heeft enorm veel weg van Build A Bear, terwijl je vroeger je teddy eigen gekozen ogen en heus kon geven. Nu kun je ook andere knuffels, dan teddies, maken, maar die hebben allemaal al ogen en een neus. Saskia kiest een heel zachte krokodil, waar ze een tovenaarshoed op zet, en Katja een nijlpaard, die ze een Hawaiiaans shirt aantrekt.
Na nog even wat in het gezellige stadje rondgekeken te hebben, rijden we naar het Old Mackinaw Point Lighthouse. Mijn liefde voor vuurtorens wordt deze vakantie helemaal bevredigd. Ook dit is weer een fotogeniek gebouwtje vooral met de brug op de achtergrond.
Helaas zijn de kinderen niet geinteresseerd in een bezoek aan het historische Fort Michilimackinac. Ze vinden, dat ze weer genoeg geschiedenis hebben gezien gisteren. We beginnen dus aan de terugreis over 31 naar het zuiden.
In Petoskey zien we de mooiste Victoriaanse huizen. Rick vindt ze te druk, maar ik ben juist dol op die "suikergoed" huizen met torentjes en verschillende kleuren. Hier zitten ook een aantal van de schaarse skigebieden in Michigan in de buurt. Het plaatsje is prachtig gelegen aan een baai.
In het gezellige Charlevoix (spreek uit Charlevooi) gaan we op zoek naar een restaurant om te lunchen. Dit is duidelijk een toeristenplaatsje. De hoofdstraat bestaat uit kleurige kleine winkeltjes en er hangen bloembakken met petunia's aan de lantaarns. Ik ben dol op dit soort oude stadjes en zou er zo een paar uur door kunnen brengen, maar de rest van het gezelschap heeft daar geen oren naar.
We zijgen neer aan een tafeltje bij de Villager Pub met uitzicht op het meer. Omdat het nu eenmaal de plaatselijke vissoort is, bestel ik een gegrilde whitefish sandwich. Deze vissoort is heerlijk zacht en ik eet heel langzaam om van ieder hapje te genieten.
Onze rit verder naar het zuiden loopt door o.a. heel veel kersenboomgaarden. Om de zoveel kilometer staat een strandje met verse aardbeien, die hier nu rijp zijn, die zullen straks dan wel kersen verkopen. Overal worden ook kersenfestivals gehouden over ongeveer een maand, als de kersen hier rijp zijn.
De volgende leuke plaats is Traverse City. Het meer is hier helemaal prachtig turquoise en diepblauw gekleurd en de stranden hebben mooi zand. Als je niet beter wist, zou je je op een Caribisch eiland wanen. Al deze badplaatsen doen wat ouderwets aan met hun Victoriaanse huizen en B&B's. Ik zie zo dames in zo'n lange broek zwempak voor me hier.
Michigan is zeker niet overal vlak, zoals ik eigenlijk altijd dacht. In het midden van de staat is het zelfs flink heuvelachtig, iets, dat nieuw is voor mij. De route blijft afwisselend met meren en boom- en wijngaarden. Wat een mooie staat is dit!
Deze "scenic" route duurt wel een stuk langer, dan de heenweg, en met het rondkijken in de verschillende plaatsjes komen we pas tegen vijven "thuis". Ik heb dit zij-uitstapje naar het Upper Peninsula er een beetje doorgedrukt bij Rick en zijn vader en daar heb ik helemaal geen spijt van gekregen! We hebben allemaal genoten van al het moois en het gezellige samenzijn.
Bij Dad drinken we nog even wat op het deck en ik geniet van een paar crackertjes met zalmpate. Jammer, dat het een geheim recept is, want ik zou het graag voor thuis maken. Aan de andere kant smaakt het vast ook zo lekker, omdat het bij hier "hoort" met het meer op de achtergrond en een ijskoud glas witte wijn.
Rick en ik nemen afscheid en brengen Katja en haar fiets naar de dichtstbijzijnde drugstore. Daar wil ze tijdschriften kopen, ze is door haar meegebrachte leesvoer heen. Zij zal daarna terugfietsen naar huis.
Wij tweeen rijden door naar Ravenna. De komende nachten zullen we bij Brent en Tammy daar logeren. Brent is Ricks oudste vriend, die hij van zijn allervroegste kindertijd kent. Zij hebben een aantal maanden geleden bij ons gelogeerd en nodigden ons toen uit dit keer bij hun te komen logeren.
Al gauw komen we, via een onverharde weg, aan bij hun mooie huis en worden hartelijk door Brent ontvangen. Hier ben ik nog nooit geweest, dus we krijgen meteen een rondleiding. Dit huis stamt uit 1842 en Brent en Tammy hebben er van alles bijgebouwd. Brent heeft ook een mini-wijngaard, perenboomgaardje en bosbessenveldje.
Als Tammy uit haar werk thuiskomt, drinken we even wat. Daarna worden we mee uit eten genomen. Onderweg wijst Tammy mij de huizen van hun kinderen aan, die allemaal heel dichtbij wonen. Ook rijden we langs eindeloze bosbessenvelden, waaronder die van hun zoon en schoondochter. Helaas voor ons zijn ze nog niet rijp, anders hadden we mogen plukken.
Bij het restaurant "Two Tony's" in Spring Lake krijgen we een tafeltje op het gezellige terrasje. Dit is het leuke van met plaatselijk bekende mensen zijn, want wij hadden dit restaurant nooit gevonden. Het eten is er voortreffelijk. We delen bruschetta en daarna heb ik een spinaziesalade met pecans, gedroogde kersen en schapenkaas.
Na het eten gaan we nog even wat drinken op het terras van Old Boys. Daar speelt een bandje en de stemming zit er goed in. Het is een heel heldere avond en we proberen de constellaties te vinden. De grote beer is makkelijk, maar verder? Gelukkig blijkt onze serveerder astronomie te studeren. Hij wijst ons allerlei verschillende sterren.
Het is leuk om met mensen van onze leeftijd iets van dit gebied te zien. Ricks vader is niet zo ondernemend en gaat natuurlijk al zeker nooit uit. Men zegt altijd over de Amerikanen, dat ze zo oppervlakkig zijn, maar Brent en Tammy bewijzen het tegendeel. Zo goed kennen we elkaar niet, maar Rick en ik worden als hoge gasten onthaald!
Klik hier voor de rest van de foto's van vandaag.
Ook kom ik langs een historische kerk van de Ojibwa, waar een klein museum over de indianen (Huron, Ojibwa (Chippewa)) in is gevestigd. Helaas is het nog gesloten, want ik ben altijd heel geinteresseerd in de geschiedenis van de oorspronkelijke bevolking hier.
Terug op de kamer pakken we in en na het ontbijt zijn we klaar om uit te checken. Op de terugweg naar North-Muskegon willen we de weg langs het Michigan Meer nemen en wat bezienswaardigheden bekijken.
Het weer is nu veel helderder, dan woensdag, dus we willen graag goede foto's van de Mackinac Bridge. Vlak voor we de brug weer overgaan, rijden we naar het parkje, dat speciaal is opgezet om goed uitzicht erop te hebben. Er staan wat feiten vermeld. Het is bijvoorbeeld een van de langste hangbruggen van het Westelijk halfrond.
Als we bij het tolhuisje aankomen, krijgen we te horen, dat de auto met het Alaska nummerbord voor ons onze tol al heeft betaald. Jee, dat is pas aardig! Rick is daar zo beduusd van, dat hij vergeet te betalen voor degenen achter ons om het stokje door te geven. Nu moeten we een andere goede daad doen vandaag.
Aan de overkant van de brug rijden we Mackinaw City binnen. Hier zijn Rick, Saskia en ik zo'n tien jaar geleden ook geweest en Saskia heeft toen een teddybeer gemaakt bij de Mackinaw Bear Company. De meisjes willen dsat nu graag weer doen.
We vinden de winkel al gauw en in die tien jaar is hij wel wat veranderd. Het heeft enorm veel weg van Build A Bear, terwijl je vroeger je teddy eigen gekozen ogen en heus kon geven. Nu kun je ook andere knuffels, dan teddies, maken, maar die hebben allemaal al ogen en een neus. Saskia kiest een heel zachte krokodil, waar ze een tovenaarshoed op zet, en Katja een nijlpaard, die ze een Hawaiiaans shirt aantrekt.
Na nog even wat in het gezellige stadje rondgekeken te hebben, rijden we naar het Old Mackinaw Point Lighthouse. Mijn liefde voor vuurtorens wordt deze vakantie helemaal bevredigd. Ook dit is weer een fotogeniek gebouwtje vooral met de brug op de achtergrond.
Helaas zijn de kinderen niet geinteresseerd in een bezoek aan het historische Fort Michilimackinac. Ze vinden, dat ze weer genoeg geschiedenis hebben gezien gisteren. We beginnen dus aan de terugreis over 31 naar het zuiden.
In Petoskey zien we de mooiste Victoriaanse huizen. Rick vindt ze te druk, maar ik ben juist dol op die "suikergoed" huizen met torentjes en verschillende kleuren. Hier zitten ook een aantal van de schaarse skigebieden in Michigan in de buurt. Het plaatsje is prachtig gelegen aan een baai.
In het gezellige Charlevoix (spreek uit Charlevooi) gaan we op zoek naar een restaurant om te lunchen. Dit is duidelijk een toeristenplaatsje. De hoofdstraat bestaat uit kleurige kleine winkeltjes en er hangen bloembakken met petunia's aan de lantaarns. Ik ben dol op dit soort oude stadjes en zou er zo een paar uur door kunnen brengen, maar de rest van het gezelschap heeft daar geen oren naar.
We zijgen neer aan een tafeltje bij de Villager Pub met uitzicht op het meer. Omdat het nu eenmaal de plaatselijke vissoort is, bestel ik een gegrilde whitefish sandwich. Deze vissoort is heerlijk zacht en ik eet heel langzaam om van ieder hapje te genieten.
Onze rit verder naar het zuiden loopt door o.a. heel veel kersenboomgaarden. Om de zoveel kilometer staat een strandje met verse aardbeien, die hier nu rijp zijn, die zullen straks dan wel kersen verkopen. Overal worden ook kersenfestivals gehouden over ongeveer een maand, als de kersen hier rijp zijn.
De volgende leuke plaats is Traverse City. Het meer is hier helemaal prachtig turquoise en diepblauw gekleurd en de stranden hebben mooi zand. Als je niet beter wist, zou je je op een Caribisch eiland wanen. Al deze badplaatsen doen wat ouderwets aan met hun Victoriaanse huizen en B&B's. Ik zie zo dames in zo'n lange broek zwempak voor me hier.
Michigan is zeker niet overal vlak, zoals ik eigenlijk altijd dacht. In het midden van de staat is het zelfs flink heuvelachtig, iets, dat nieuw is voor mij. De route blijft afwisselend met meren en boom- en wijngaarden. Wat een mooie staat is dit!
Deze "scenic" route duurt wel een stuk langer, dan de heenweg, en met het rondkijken in de verschillende plaatsjes komen we pas tegen vijven "thuis". Ik heb dit zij-uitstapje naar het Upper Peninsula er een beetje doorgedrukt bij Rick en zijn vader en daar heb ik helemaal geen spijt van gekregen! We hebben allemaal genoten van al het moois en het gezellige samenzijn.
Bij Dad drinken we nog even wat op het deck en ik geniet van een paar crackertjes met zalmpate. Jammer, dat het een geheim recept is, want ik zou het graag voor thuis maken. Aan de andere kant smaakt het vast ook zo lekker, omdat het bij hier "hoort" met het meer op de achtergrond en een ijskoud glas witte wijn.
Rick en ik nemen afscheid en brengen Katja en haar fiets naar de dichtstbijzijnde drugstore. Daar wil ze tijdschriften kopen, ze is door haar meegebrachte leesvoer heen. Zij zal daarna terugfietsen naar huis.
Wij tweeen rijden door naar Ravenna. De komende nachten zullen we bij Brent en Tammy daar logeren. Brent is Ricks oudste vriend, die hij van zijn allervroegste kindertijd kent. Zij hebben een aantal maanden geleden bij ons gelogeerd en nodigden ons toen uit dit keer bij hun te komen logeren.
Al gauw komen we, via een onverharde weg, aan bij hun mooie huis en worden hartelijk door Brent ontvangen. Hier ben ik nog nooit geweest, dus we krijgen meteen een rondleiding. Dit huis stamt uit 1842 en Brent en Tammy hebben er van alles bijgebouwd. Brent heeft ook een mini-wijngaard, perenboomgaardje en bosbessenveldje.
Als Tammy uit haar werk thuiskomt, drinken we even wat. Daarna worden we mee uit eten genomen. Onderweg wijst Tammy mij de huizen van hun kinderen aan, die allemaal heel dichtbij wonen. Ook rijden we langs eindeloze bosbessenvelden, waaronder die van hun zoon en schoondochter. Helaas voor ons zijn ze nog niet rijp, anders hadden we mogen plukken.
Bij het restaurant "Two Tony's" in Spring Lake krijgen we een tafeltje op het gezellige terrasje. Dit is het leuke van met plaatselijk bekende mensen zijn, want wij hadden dit restaurant nooit gevonden. Het eten is er voortreffelijk. We delen bruschetta en daarna heb ik een spinaziesalade met pecans, gedroogde kersen en schapenkaas.
Na het eten gaan we nog even wat drinken op het terras van Old Boys. Daar speelt een bandje en de stemming zit er goed in. Het is een heel heldere avond en we proberen de constellaties te vinden. De grote beer is makkelijk, maar verder? Gelukkig blijkt onze serveerder astronomie te studeren. Hij wijst ons allerlei verschillende sterren.
Het is leuk om met mensen van onze leeftijd iets van dit gebied te zien. Ricks vader is niet zo ondernemend en gaat natuurlijk al zeker nooit uit. Men zegt altijd over de Amerikanen, dat ze zo oppervlakkig zijn, maar Brent en Tammy bewijzen het tegendeel. Zo goed kennen we elkaar niet, maar Rick en ik worden als hoge gasten onthaald!
Klik hier voor de rest van de foto's van vandaag.
donderdag 25 juni 2009
Joe Pie (Upper Peninsula)
Nu weet ik, dat meeuwen natuurlijke wekkers zijn! Bij het eerste ochtendgloren begint het ge"squawk" op het dak van het hotel al. "Mike, Mike, Mike", klinkt het, net als in Finding Nemo. De anderen merken er niets van. Stilletjes doe ik na een uur ernaar luisteren de balkondeur open en ga van het uitzicht genieten.
Behalve de meeuwen zwemmen er wel honderd Canadese ganzen voor het hotel. Die zijn hier dichtbij "huis", maar net zo ongewenst als bij ons. Een medewerker rijdt rond in een golfkarretje en schiet met een luchtbuks om ze weg te jagen. Grappig is, dat de familie zwaan zich daar niets van aantrekt. Die blijft rustig verder eten voor het hotel.
Om acht uur vind ik het tijd worden de anderen te wekken. Dad en Kai zijn ook al op. Met zijn allen gaan we gebruik maken van het gratis ontbijt van het hotel. Dit stelt niet veel voor, maar een hardgekookt ei en een bakje raisin bran vult de maag weer voorlopig.
Op het programma staat het verkennen van (een klien deel van) het Michigan Upper Peninsula. Als eerste rijden we naar Tahquamenon Falls, via het gehuchtje Paradise. Langs de weg naar Paradise staan uitgestrekte dennenbossen. Onderweg komen we vrijwel niemand tegen. We rijden door het Hiawatha National Forest (doet me aan de Donald Duck denken!). Het bos is zo dicht, dat de zon er niet doorheen schijnt.
Een stel herten en een coyote rennen voor ons de weg op. Later staat een hert vlak voor ons op het punt over te steken. Gelukkig voor haar en ons schrikt ze van de van en maakt rechtsomkeerts. Helaas zijn ze te snel weg om een foto te nemen.
Na een uurtje rijden we Tahquamenon Falls State Park binnen. Paradise doet qua omgeving zijn naam eer aan, maar er is verder werkelijk niets te beleven. De weg naar de op een na grootste waterval ten oosten van de Mississippi loopt langs lieflijke vennetjes en dennenbossen.
We rijden door naar de Upper Falls. Bij de ingang van het park betalen we de $8 toegang. Zodra we uit de auto stappen worden we belaagd door zwermen muggen! Ze bijten overal, zelfs door onze kleren. Al om ons heenslaand en gekke sprongen makend om die pestkoppen te vermijden, lopen we naar de waterval. Het moet gezegd, die is de bulten meer dan waard.
We lopen de uitkijkpunten af en maken natuurlijk allerlei foto's, alvorens terug te lopen. Vol kriebel en bulten investeren we bij de winkel meteen in insektenspul met 29% deet. Hopelijk helpt dat bij de volgende waterval!
Bij de Lower Falls blijft Saskia in de auto. De rest van ons bespuit zich met de deet en dat werkt gelukkig. Het is een heel mooie wandeling naar de waterval over een boardwalk, waarlangs allerlei borden over de omgeving staan. De watervallen zelf zijn minder spectaculair, dan de upper falls, maar ook erg mooi.
Het is inmiddels lunchtijd. Gezien de beperkte voorzieningen hier, nemen we het zekere voor het onzekere en gaan in Paradise kijken voor wat sandwiches. Daar lijkt de Berry Patch populair, zo genoemd vanwege hun bosbessenveld. Verder zien we nergens iets geschikts (waardoor het waarschijnlijk hier zo druk is, zal later blijken).
We bestellen sandwiches om mee te nemen, hopend tijd te besparen. Maar kennelijk is brood beleggen heel moeilijk. Het duurt een goed half uur, voor we ons eten hebben. Deze Yoopers (hoe de mensen hier zich noemen (Joe Pie is de afkorting for dit schiereiland)) hebben duidelijk niet dezelfde gehaaste levensstijl, als wij Washingtonians!
Op weg naar Whitefish Point rijden we vlak langs het Superior Meer (Grote Meer). Hier doet het wat Scandinavisch aan. De houten huisjes hebben vrolijke kleuren. Al gauw zien we het Whitefish Point Light Station. Hier lopen we eerst het strand van Lake Superior (Grote Meer) op. Dit is het derde grote meer, waar we in pootje baden en ook zeker het koudste!
Nadat de kinderen, Rick en Dad een competitie steentjes gooien hebben gedaan, kopen we kaartjes voor het Ship Wreck Museum, het huis van de vuurtorenwachter en het botenhuis. De toegang bedraagt $32 voor ons vijven.
Lake Superior is het grootste, koudste en diepste zoetwatermeer ter wereld. Hier bij Whitefish Point wordt het de "scheepswrakkenkust" genoemd, vanwege de honderden wrakken, die hier voor de kust liggen. In november vooral zijn hier vreselijke stormen en in de zomer vaak dichte mist.
In het museum lezen we de verhalen over sommigen van die calamiteiten. De SS Edmund Fitzgerald in 1975 was de laatste grote ramp daar. In slecht weer verging het schip met 29 man aan boord. Het is nog steeds een raadsel waarom, ondanks alle moderne apparatuur. Om kippenvel van te krijgen.
Het huis van de vuurtorenwachter en zijn familie is op advies van zijn kleindochter Bertha precies zo ingericht, als het er in het begin van de twintigste eeuw uitzag. Dad herkent allerlei apparaten, die zijn (groot)ouders ook hadden.
Als laatste gaan we het boothuis in. Hier zien we hoe men mensen van de zinkende schepen redde. Daar werd of een boot of, als het weer te slecht was, een karretje met een katrol en boei, waar de slachtoffers in konden zitten, voor gebruikt. Ook lezen we verhalen over het zoeken naar aangespoelde lichamen 's nachts, om te voorkomen, dat de wolven ze als eerste vonden. Wat een ruw werk hadden die mannen!
Onze volgende stop is Sault Sainte Marie. Hiervoor moeten we eerst een heel stuk terugrijden. Wegen zijn er niet veel op dit schiereiland. Helaas begint het zodra we in de auto zitten hard te regenen, de eerste regen van de vakantie. Daar zijn we niet op berekend, maar gelukkig blijkt het slechts om een bui te gaan.
Rick waant zich in dit afgelegen gebied alleen op de wereld en zet er flink de vaart in. Als we door een bocht komen, staat daar opeens een donkerblauwe auto met rood zwaailicht erop. Uh oh!! En jawel, hij komt achter ons aan.
Terwijl ik de registratie opzoek, vraagt de trooper aan Rick, of hij door had hoe hard hij reed. Rick mompelt iets van "65", maar de agent schudt zijn hoofd en zegt: "72". Oei, dat is 17 mijl over de limiet. Ricks rijbewijs gaat mee naar de cruiser en wij wachten gespannen af.
Als de trooper terugkomt, glimlacht hij vriendelijk en zegt: "Just a warning today, sir. Enjoy the rest of your trip, but please watch your speed!" Phew! Rick bedankt hem hartelijk en rijdt tot de I-75 verder heel rustig.
In Sault Sainte Marie gaan we net voor de tolbrug aan de Canadese grens de interdtate af. Deze stad is beroemd om zijn enorme sluizen, de Soo Locks. Deze sluizen laten in de korte tijd van het jaar, dat ze in werkzame staat zijn, de meeste schepen door van alle sluizen ter wereld. In de winter zijn ze bevroren en is verkeer dus niet mogelijk. Meer dan tienduizend schepen per jaar komen varen er doorheen, als ze wel open zijn.
De grootste schepen, die hier doorheen komen, zijn duizend voet lang (zo'n 350 meter). Dad doet veel aan het in oude staat terugbrengen van de Great Lakes en heeft een hekel aan deze enorme schepen. Die introduceren allerlei uitheemse en agressieve vissoorten in de meren, waardoor de inheemse "bevolking" bedreigd wordt. Hij is dan ook zwaar tegen het initiatief om deze sluizen nog groter te maken om grotere schepen toe te laten.
De Canadese vlag waait aan de overkant, vreemd om zo naar een ander land te kijken
Toch kijken we allemaal gefascineerd, hoe een 800 voet en een 600 voet vaartuig door de sluizen gaat. Daarna hebben de meisjes vooral, mijzelf incluis, er genoeg van. Sault Sainte Marie heeft verder weinig te bieden.
We besluiten terug te rijden en daar te gaan eten. Onderweg leest Katja op haar Facebook, dat Michael Jackson dood is. Ook Farrah Fawcett overleed vandaag. Twee bekende mensen uit mijn jeugd. Eerlijk gezegd ben ik nooit een grote fan van Michael geweest, maar zijn Thriller album vond ik ook erg goed. Ik heb zo mijn grote vraagtekens bij zijn latere leven, maar dat hij een onuitwisbaar stempel op de geschiedenis van de muziek heeft geplaatst staat buiten kijf.
Dad en ik hebben gisteren een leuk restaurant vlakbij ons hotel in St. Ignace gezien. We rijden terug naar het stadje en de Mackinac Grille blijkt inderdaad een treffer te zijn. Helaas is er buiten geen plaats, maar binnen kunnen we meteen plaatsnemen.
Whitefish is de plaatselijke lekkernij, dus ik bestel die in folie gebakken met champignons, aardappelen, broccoli, ui en tomaat. Daarbij komt hun saladbar, die de gewoonlijke rauwkost en salades biedt. Vooraf delen we een whitefish dip en een bruschetta (die met gesmolten kaas komt, heel vreemd). We smullen allemaal en Dad geeft me nog een compliment, dat ik dit restaurant er bij Rick door heb gedrukt (die wilde bij een twijfelachtig restaurant in Sault Sainte Marie eten).
Kai rijdt ons terug naar het hotel, want Rick en Dad hebben wat biertjes op. Ik ga op het balkon zitten om zoveel mogelijk van het uitzicht te genieten. Onze onderburen zijn echter zeer luidruchtig, dus ik verplaats me al gauw naar binnen, van waaruit ik de zonsondergangskleuren ook kan zien.
Kai, Katja en ik blijven computeren, terwijl Rick en Saskia gaan zwemmen. Dad doet zijn eigen ding, die heeft zo af en toe wat "alleen tijd" nodig, merken we. Hij is het natuurlijk niet gewend om zolang met een gezin van vijf op te trekken. Gelukkig verloopt alles tot nu toe zonder wreveligheden.
Voor meer foto's van vandaag klik hier.
Behalve de meeuwen zwemmen er wel honderd Canadese ganzen voor het hotel. Die zijn hier dichtbij "huis", maar net zo ongewenst als bij ons. Een medewerker rijdt rond in een golfkarretje en schiet met een luchtbuks om ze weg te jagen. Grappig is, dat de familie zwaan zich daar niets van aantrekt. Die blijft rustig verder eten voor het hotel.
Om acht uur vind ik het tijd worden de anderen te wekken. Dad en Kai zijn ook al op. Met zijn allen gaan we gebruik maken van het gratis ontbijt van het hotel. Dit stelt niet veel voor, maar een hardgekookt ei en een bakje raisin bran vult de maag weer voorlopig.
Op het programma staat het verkennen van (een klien deel van) het Michigan Upper Peninsula. Als eerste rijden we naar Tahquamenon Falls, via het gehuchtje Paradise. Langs de weg naar Paradise staan uitgestrekte dennenbossen. Onderweg komen we vrijwel niemand tegen. We rijden door het Hiawatha National Forest (doet me aan de Donald Duck denken!). Het bos is zo dicht, dat de zon er niet doorheen schijnt.
Een stel herten en een coyote rennen voor ons de weg op. Later staat een hert vlak voor ons op het punt over te steken. Gelukkig voor haar en ons schrikt ze van de van en maakt rechtsomkeerts. Helaas zijn ze te snel weg om een foto te nemen.
Na een uurtje rijden we Tahquamenon Falls State Park binnen. Paradise doet qua omgeving zijn naam eer aan, maar er is verder werkelijk niets te beleven. De weg naar de op een na grootste waterval ten oosten van de Mississippi loopt langs lieflijke vennetjes en dennenbossen.
We rijden door naar de Upper Falls. Bij de ingang van het park betalen we de $8 toegang. Zodra we uit de auto stappen worden we belaagd door zwermen muggen! Ze bijten overal, zelfs door onze kleren. Al om ons heenslaand en gekke sprongen makend om die pestkoppen te vermijden, lopen we naar de waterval. Het moet gezegd, die is de bulten meer dan waard.
We lopen de uitkijkpunten af en maken natuurlijk allerlei foto's, alvorens terug te lopen. Vol kriebel en bulten investeren we bij de winkel meteen in insektenspul met 29% deet. Hopelijk helpt dat bij de volgende waterval!
Bij de Lower Falls blijft Saskia in de auto. De rest van ons bespuit zich met de deet en dat werkt gelukkig. Het is een heel mooie wandeling naar de waterval over een boardwalk, waarlangs allerlei borden over de omgeving staan. De watervallen zelf zijn minder spectaculair, dan de upper falls, maar ook erg mooi.
Het is inmiddels lunchtijd. Gezien de beperkte voorzieningen hier, nemen we het zekere voor het onzekere en gaan in Paradise kijken voor wat sandwiches. Daar lijkt de Berry Patch populair, zo genoemd vanwege hun bosbessenveld. Verder zien we nergens iets geschikts (waardoor het waarschijnlijk hier zo druk is, zal later blijken).
We bestellen sandwiches om mee te nemen, hopend tijd te besparen. Maar kennelijk is brood beleggen heel moeilijk. Het duurt een goed half uur, voor we ons eten hebben. Deze Yoopers (hoe de mensen hier zich noemen (Joe Pie is de afkorting for dit schiereiland)) hebben duidelijk niet dezelfde gehaaste levensstijl, als wij Washingtonians!
Op weg naar Whitefish Point rijden we vlak langs het Superior Meer (Grote Meer). Hier doet het wat Scandinavisch aan. De houten huisjes hebben vrolijke kleuren. Al gauw zien we het Whitefish Point Light Station. Hier lopen we eerst het strand van Lake Superior (Grote Meer) op. Dit is het derde grote meer, waar we in pootje baden en ook zeker het koudste!
Nadat de kinderen, Rick en Dad een competitie steentjes gooien hebben gedaan, kopen we kaartjes voor het Ship Wreck Museum, het huis van de vuurtorenwachter en het botenhuis. De toegang bedraagt $32 voor ons vijven.
Lake Superior is het grootste, koudste en diepste zoetwatermeer ter wereld. Hier bij Whitefish Point wordt het de "scheepswrakkenkust" genoemd, vanwege de honderden wrakken, die hier voor de kust liggen. In november vooral zijn hier vreselijke stormen en in de zomer vaak dichte mist.
In het museum lezen we de verhalen over sommigen van die calamiteiten. De SS Edmund Fitzgerald in 1975 was de laatste grote ramp daar. In slecht weer verging het schip met 29 man aan boord. Het is nog steeds een raadsel waarom, ondanks alle moderne apparatuur. Om kippenvel van te krijgen.
Het huis van de vuurtorenwachter en zijn familie is op advies van zijn kleindochter Bertha precies zo ingericht, als het er in het begin van de twintigste eeuw uitzag. Dad herkent allerlei apparaten, die zijn (groot)ouders ook hadden.
Als laatste gaan we het boothuis in. Hier zien we hoe men mensen van de zinkende schepen redde. Daar werd of een boot of, als het weer te slecht was, een karretje met een katrol en boei, waar de slachtoffers in konden zitten, voor gebruikt. Ook lezen we verhalen over het zoeken naar aangespoelde lichamen 's nachts, om te voorkomen, dat de wolven ze als eerste vonden. Wat een ruw werk hadden die mannen!
Onze volgende stop is Sault Sainte Marie. Hiervoor moeten we eerst een heel stuk terugrijden. Wegen zijn er niet veel op dit schiereiland. Helaas begint het zodra we in de auto zitten hard te regenen, de eerste regen van de vakantie. Daar zijn we niet op berekend, maar gelukkig blijkt het slechts om een bui te gaan.
Rick waant zich in dit afgelegen gebied alleen op de wereld en zet er flink de vaart in. Als we door een bocht komen, staat daar opeens een donkerblauwe auto met rood zwaailicht erop. Uh oh!! En jawel, hij komt achter ons aan.
Terwijl ik de registratie opzoek, vraagt de trooper aan Rick, of hij door had hoe hard hij reed. Rick mompelt iets van "65", maar de agent schudt zijn hoofd en zegt: "72". Oei, dat is 17 mijl over de limiet. Ricks rijbewijs gaat mee naar de cruiser en wij wachten gespannen af.
Als de trooper terugkomt, glimlacht hij vriendelijk en zegt: "Just a warning today, sir. Enjoy the rest of your trip, but please watch your speed!" Phew! Rick bedankt hem hartelijk en rijdt tot de I-75 verder heel rustig.
In Sault Sainte Marie gaan we net voor de tolbrug aan de Canadese grens de interdtate af. Deze stad is beroemd om zijn enorme sluizen, de Soo Locks. Deze sluizen laten in de korte tijd van het jaar, dat ze in werkzame staat zijn, de meeste schepen door van alle sluizen ter wereld. In de winter zijn ze bevroren en is verkeer dus niet mogelijk. Meer dan tienduizend schepen per jaar komen varen er doorheen, als ze wel open zijn.
De grootste schepen, die hier doorheen komen, zijn duizend voet lang (zo'n 350 meter). Dad doet veel aan het in oude staat terugbrengen van de Great Lakes en heeft een hekel aan deze enorme schepen. Die introduceren allerlei uitheemse en agressieve vissoorten in de meren, waardoor de inheemse "bevolking" bedreigd wordt. Hij is dan ook zwaar tegen het initiatief om deze sluizen nog groter te maken om grotere schepen toe te laten.
De Canadese vlag waait aan de overkant, vreemd om zo naar een ander land te kijken
Toch kijken we allemaal gefascineerd, hoe een 800 voet en een 600 voet vaartuig door de sluizen gaat. Daarna hebben de meisjes vooral, mijzelf incluis, er genoeg van. Sault Sainte Marie heeft verder weinig te bieden.
We besluiten terug te rijden en daar te gaan eten. Onderweg leest Katja op haar Facebook, dat Michael Jackson dood is. Ook Farrah Fawcett overleed vandaag. Twee bekende mensen uit mijn jeugd. Eerlijk gezegd ben ik nooit een grote fan van Michael geweest, maar zijn Thriller album vond ik ook erg goed. Ik heb zo mijn grote vraagtekens bij zijn latere leven, maar dat hij een onuitwisbaar stempel op de geschiedenis van de muziek heeft geplaatst staat buiten kijf.
Dad en ik hebben gisteren een leuk restaurant vlakbij ons hotel in St. Ignace gezien. We rijden terug naar het stadje en de Mackinac Grille blijkt inderdaad een treffer te zijn. Helaas is er buiten geen plaats, maar binnen kunnen we meteen plaatsnemen.
Whitefish is de plaatselijke lekkernij, dus ik bestel die in folie gebakken met champignons, aardappelen, broccoli, ui en tomaat. Daarbij komt hun saladbar, die de gewoonlijke rauwkost en salades biedt. Vooraf delen we een whitefish dip en een bruschetta (die met gesmolten kaas komt, heel vreemd). We smullen allemaal en Dad geeft me nog een compliment, dat ik dit restaurant er bij Rick door heb gedrukt (die wilde bij een twijfelachtig restaurant in Sault Sainte Marie eten).
Kai rijdt ons terug naar het hotel, want Rick en Dad hebben wat biertjes op. Ik ga op het balkon zitten om zoveel mogelijk van het uitzicht te genieten. Onze onderburen zijn echter zeer luidruchtig, dus ik verplaats me al gauw naar binnen, van waaruit ik de zonsondergangskleuren ook kan zien.
Kai, Katja en ik blijven computeren, terwijl Rick en Saskia gaan zwemmen. Dad doet zijn eigen ding, die heeft zo af en toe wat "alleen tijd" nodig, merken we. Hij is het natuurlijk niet gewend om zolang met een gezin van vijf op te trekken. Gelukkig verloopt alles tot nu toe zonder wreveligheden.
Voor meer foto's van vandaag klik hier.
woensdag 24 juni 2009
Mackinac Island
Ricks horlogewekker gaat om half acht af. Gauw ga ik naar beneden om even wat beweging te krijgen. In de snikhete fitnesskamer kies ik de elliptische machine. Ik heb maar twintig minuten, maar iets is beter dan niets, denk ik maar.
Boven pakken we gauw in en checken uit het hotel. Bij de McDonald's halen we de gewoonlijke egg mcmuffins. Ook wil ik weer een ijskoffie met magere melk, maar vorige keer zat er zoveel ijs in de medium beker, dat er bijna geen koffie bij kon. Nu bestel ik dus een large. Mijn hemel, wat een verschil, volgens mij zit hier een hele pot koffie in!
Bij Dad is iedereen al wakker en bezig met boterhammen smeren voor de lunch. We hebben besloten een picknick mee te nemen, vant we willen snel door naar het noorden. Ik beleg mijn brood met Dad's verrukkelijke, zelfgemaakte zalmpate. Hij vangt de zalm in het Michigan Meer en heeft een geheim recept voor de pate. Dad weet, dat ik er dol op ben, dus hij bewaart altijd een bakje, als hij weet, dat wij komen.
Ons doel was om uiterlijk om tien uur op weg te gaan. Wonder boven wonder (en het is echt een wonder!) zitten we al om kwart voor tien bepakt en bezakt klaar!
Het eerste stuk van de route voert ons langs allerlei boomgaarden. Ik kan me zo voorstellen, dat veel Nederlandse emigranten zich hier vestigden, omdat het landschap hen aan hun thuisland deed denken. Het lijkt hier wel de Betuwe!
Na een half uurtje bereiken we de snelweg, de 131 naar het noorden. Iedere keer, als we een autorit buiten de grote steden maken, valt het me op hoeveel onbewoond gebied er in dit land is. Nu ook weer, er is mijlenver geen stadje of dorpje te bekennen.
We hebben voor de heenweg de snelste route verkozen, maar dat betekent ook saai landschap. Hopelijk hebben we terug tijd de mooie route langs het Michigan Meer te rijden. Hoe verder we naar het noorden rijden hoe "lente-achtiger" de natuur wordt. De meeste bomen zijn coniferen en dennen, maar de rest is nog maar net aan het uitlopen. Dat zal nu wel gauw gaan, want het is 32 graden vandaag! Het is hier warmer, dan in Virginia op het moment!
Rond het middaguur stoppen we voor een potty break en drankjes. We zijn ongeveer halverwege en besluiten ook gelijk de meegebrachte lunch te nuttigen. Ik koop er een enorme "hot dill" augurk bij, die uit deze buurt komt. Nou, dat "hot" zal ik weten, een half uur later branden mijn lippen nog! Maar lekker is het wel!
Hoe noordelijker we komen, hoe meer het landschap glooit. Uitgestrekte dennenbossen en mooie meertjes lijnen de I-75. Zonder oponthoud arriveren we een paar uur later bij de Mackinac Bridge. Aan onze linkerkant zien we het Michigan Meer en aan de rechterkant het Huron Meer.
Als we deze mooie brug over zijn, is ons hotel ook gauw gevonden. We logeren in Best Western Harbourpointe. Op het bord voor het hotel staat: "We're not expensive, we just look that way" en dat is waar!
Het is een mooi nieuw motel aan het Huron Meer. Dad en Kai krijgen een kamer en wij delen er een met de meisjes. Wij krijgen er nog een "rollaway" bij. Het zijn grote kamers met prachtig uitzicht op het meer en Mackinac Island.
Gauw frissen we ons op en rijden dan naar de Star Line ferry. Het is vijf voor drie en de volgende hydrofoil boot gaat op het hele uur. Hoe hebben we het zo precies voor elkaar gekregen! We betalen de $24 retour per persoon (Saskia is weer even twaalf en dus halve prijs) en binnen het halve uur leggen we bij Mackinac Island aan.
Het sjieke Grand Hotel is vanaf het water goed te zien. Ook liggen er prachtige landgoederen in de heuvels. Opvallend zijn de prachtige seringenbomen. Later horen we, dat er 14 verschillende soorten zijn. Katja en Kai zijn hier nog nooit geweest, Rick, Saskia en ik wel, maar tien jaar geleden.
Mackinac Island staat bekend om zijn fudge en we hebben best zin in een snack. Bij Ryba's Fudge Shop kiezen we ieder een smaak uit. Ik ben saai, want ik hoef er geen noten of pindasmaak in en kies simpel vanille. Het smaakt super. Het heeft wel wat weg van zachte borstplaat en is heel machtig. Een klein blokje is voor mij genoeg.
Mackinac Island is autovrij. Je kunt overal fietsen huren of rijtuigtaxi's nemen. Wij besluiten een rondleiding per rijtuig te nemen. CJ en twee witte knollen zijn onze gidsen. CJ vertelt over zichzelf, dat hij uit Iowa komt en over de paarden, dat er meer dan vierhonderd werkpaarden op het eiland zijn. Drie verschillende rassen, de lichtere paarden trekken de taxi's, de wat zwaardere paarden met zijn tweeen de rijtuigen, waar wij nu inzitten en de grootste en zwaarste paarden met zijn drieen de grootste rijtuigen (waar we later op overstappen).
We komen als eerste langs het Grand Hotel. Dit heeft de langste "porch" ter wereld. Het is ook bijzonder duur en om er te eten moeten mannen in pak en dames in rok gekleed. Helaas, wij zijn allemaal in korte broek, dus komen niet in aanmerking. Leuke weetjes zijn, dat het plafond van de porch hemelsblauw is geverfd, om te voorkomen, dat vogels er nesten bouwen en er visdraad tussen de kolommen is gespannen om te voorkomen, dat vleermuizen de porch opvliegen. Het visdraad doet hun sonarsysteem denken, dat er een muur staat.
De architectuur op het eiland is kleurig en Victoriaans. Het is allemaal bijzonder goed onderhouden. Je waant je zo weer 100 jaar terug in de tijd hier met die paarden en fietsen, zonder het lawaai van verkeer. Het heeft een enorme charme moet ik zeggen.
Bovenop de heuvel verwisselen we van rijtuig. De nieuwe is groter en wordt door drie nog grotere paarden getrokken. Ann is onze gids en nu rijden we door het State Park. Dit was om te beginnen het tweede National Park in de VS, na Yellowstone, in 1895.
Wat opvalt zijn de mooie wilde bloemen overal. Vergeet me nietjes, wilde rozen en een soort orchidee onder anderen. Ann vertelt ook over de wilde dieren, die op het eiland wonen. Dat zijn vooral kleine dieren. Herten komen soms, maar vertrekken dan in de winter weer over het ijs van het meer.
We stoppen om foto's te nemen van Arch Rock en het uitzicht van daarboven. Dan dalen we langzaam terug af naar het stadje. Bij Fort Mackinac stappen we uit. Rick, Katja, Kai en ik gaan het fort, daterend uit 1780, verkennen (toegang kost $10.50). Dad (die het al vaak heeft gezien) en Saskia lopen alvast terug naar Main Street.
Het fort is interessant en ook weer heel goed onderhouden. De originele stenen gebouwen zijn wit geverfd, de houten gebouwen licht bruin. We zien het schooltje ingericht als toen. In het ziekenhuisje horen we over tb. Op de heuvel wordt een kanon afgeschoten door in kostuum geklede mannen. Na iets meer dan een half uur hebben we het wel gezien en lopen naar beneden naar Main Street.
Onderaan de heuvel wachten we op Dad en Saskia, die al snel aan komen lopen. We hebben allemaal trek. In het Chippewa hotel heeft het Harbor View restaurant een tafeltje voor ons zessen op hun terras.
We beginnen met een whitefish dip, want whitefish is de vis, die hier in de meren wordt gevangen. Dad neemt het ook als hoofdgerecht, maar Rick, Katja en ik vinden hun varkenshaas te lekker klinken. Die komt met zoete aardappelpuree en asperges. Kai krijgt het voor elkaar een hele varkensrib naar binnen te werken! We smullen allemaal.
Helaas vissen we dit keer net naast het net met de veerboot. Na zes uur gaan ze nog maar elk uur en we missen die van zeven uur net. We lopen wat rond in het stadje en kijken in souvenirswinkeltjes. Dan moeten we even onze voeten in het Huron Meer doen om te zien hoe koud dat is. Een stuk kouder, dan het Michigan Meer bij Muskegon, dus!
Als we op de veerboot zitten is er nog even een oefening. Er ligt een band in het water, die een overboord gevallen passagier moet voorstellen. Een van de medewerkers gaat hem "redden". Met veel humor krijgt de band dan op het deck ook nog CPR!
Terug in het hotel genieten we van het uitzicht en de zachte golfslag van het meer. Saskia wil eigenlijk zwemmen, maar niemand anders heeft daar puf voor. Ze wenst weer eens, dat ze een broer of zus van haar leeftijd zou willen of een vriendin mee. Gelukkig brengt de "bonfire" met marshmallows, die dit hotel iedere avond houdt, de glimlach terug op haar gezicht.
Na deze fantastische dag gaan we straks vroeg slapen, want morgen staat het verkennen van een deel van het "Upper Peninsula" op het programma.
Voor de rest van de foto's van dit mooie eiland, klik hier.
Boven pakken we gauw in en checken uit het hotel. Bij de McDonald's halen we de gewoonlijke egg mcmuffins. Ook wil ik weer een ijskoffie met magere melk, maar vorige keer zat er zoveel ijs in de medium beker, dat er bijna geen koffie bij kon. Nu bestel ik dus een large. Mijn hemel, wat een verschil, volgens mij zit hier een hele pot koffie in!
Bij Dad is iedereen al wakker en bezig met boterhammen smeren voor de lunch. We hebben besloten een picknick mee te nemen, vant we willen snel door naar het noorden. Ik beleg mijn brood met Dad's verrukkelijke, zelfgemaakte zalmpate. Hij vangt de zalm in het Michigan Meer en heeft een geheim recept voor de pate. Dad weet, dat ik er dol op ben, dus hij bewaart altijd een bakje, als hij weet, dat wij komen.
Ons doel was om uiterlijk om tien uur op weg te gaan. Wonder boven wonder (en het is echt een wonder!) zitten we al om kwart voor tien bepakt en bezakt klaar!
Het eerste stuk van de route voert ons langs allerlei boomgaarden. Ik kan me zo voorstellen, dat veel Nederlandse emigranten zich hier vestigden, omdat het landschap hen aan hun thuisland deed denken. Het lijkt hier wel de Betuwe!
Na een half uurtje bereiken we de snelweg, de 131 naar het noorden. Iedere keer, als we een autorit buiten de grote steden maken, valt het me op hoeveel onbewoond gebied er in dit land is. Nu ook weer, er is mijlenver geen stadje of dorpje te bekennen.
We hebben voor de heenweg de snelste route verkozen, maar dat betekent ook saai landschap. Hopelijk hebben we terug tijd de mooie route langs het Michigan Meer te rijden. Hoe verder we naar het noorden rijden hoe "lente-achtiger" de natuur wordt. De meeste bomen zijn coniferen en dennen, maar de rest is nog maar net aan het uitlopen. Dat zal nu wel gauw gaan, want het is 32 graden vandaag! Het is hier warmer, dan in Virginia op het moment!
Rond het middaguur stoppen we voor een potty break en drankjes. We zijn ongeveer halverwege en besluiten ook gelijk de meegebrachte lunch te nuttigen. Ik koop er een enorme "hot dill" augurk bij, die uit deze buurt komt. Nou, dat "hot" zal ik weten, een half uur later branden mijn lippen nog! Maar lekker is het wel!
Hoe noordelijker we komen, hoe meer het landschap glooit. Uitgestrekte dennenbossen en mooie meertjes lijnen de I-75. Zonder oponthoud arriveren we een paar uur later bij de Mackinac Bridge. Aan onze linkerkant zien we het Michigan Meer en aan de rechterkant het Huron Meer.
Als we deze mooie brug over zijn, is ons hotel ook gauw gevonden. We logeren in Best Western Harbourpointe. Op het bord voor het hotel staat: "We're not expensive, we just look that way" en dat is waar!
Het is een mooi nieuw motel aan het Huron Meer. Dad en Kai krijgen een kamer en wij delen er een met de meisjes. Wij krijgen er nog een "rollaway" bij. Het zijn grote kamers met prachtig uitzicht op het meer en Mackinac Island.
Gauw frissen we ons op en rijden dan naar de Star Line ferry. Het is vijf voor drie en de volgende hydrofoil boot gaat op het hele uur. Hoe hebben we het zo precies voor elkaar gekregen! We betalen de $24 retour per persoon (Saskia is weer even twaalf en dus halve prijs) en binnen het halve uur leggen we bij Mackinac Island aan.
Het sjieke Grand Hotel is vanaf het water goed te zien. Ook liggen er prachtige landgoederen in de heuvels. Opvallend zijn de prachtige seringenbomen. Later horen we, dat er 14 verschillende soorten zijn. Katja en Kai zijn hier nog nooit geweest, Rick, Saskia en ik wel, maar tien jaar geleden.
Mackinac Island staat bekend om zijn fudge en we hebben best zin in een snack. Bij Ryba's Fudge Shop kiezen we ieder een smaak uit. Ik ben saai, want ik hoef er geen noten of pindasmaak in en kies simpel vanille. Het smaakt super. Het heeft wel wat weg van zachte borstplaat en is heel machtig. Een klein blokje is voor mij genoeg.
Mackinac Island is autovrij. Je kunt overal fietsen huren of rijtuigtaxi's nemen. Wij besluiten een rondleiding per rijtuig te nemen. CJ en twee witte knollen zijn onze gidsen. CJ vertelt over zichzelf, dat hij uit Iowa komt en over de paarden, dat er meer dan vierhonderd werkpaarden op het eiland zijn. Drie verschillende rassen, de lichtere paarden trekken de taxi's, de wat zwaardere paarden met zijn tweeen de rijtuigen, waar wij nu inzitten en de grootste en zwaarste paarden met zijn drieen de grootste rijtuigen (waar we later op overstappen).
We komen als eerste langs het Grand Hotel. Dit heeft de langste "porch" ter wereld. Het is ook bijzonder duur en om er te eten moeten mannen in pak en dames in rok gekleed. Helaas, wij zijn allemaal in korte broek, dus komen niet in aanmerking. Leuke weetjes zijn, dat het plafond van de porch hemelsblauw is geverfd, om te voorkomen, dat vogels er nesten bouwen en er visdraad tussen de kolommen is gespannen om te voorkomen, dat vleermuizen de porch opvliegen. Het visdraad doet hun sonarsysteem denken, dat er een muur staat.
De architectuur op het eiland is kleurig en Victoriaans. Het is allemaal bijzonder goed onderhouden. Je waant je zo weer 100 jaar terug in de tijd hier met die paarden en fietsen, zonder het lawaai van verkeer. Het heeft een enorme charme moet ik zeggen.
Bovenop de heuvel verwisselen we van rijtuig. De nieuwe is groter en wordt door drie nog grotere paarden getrokken. Ann is onze gids en nu rijden we door het State Park. Dit was om te beginnen het tweede National Park in de VS, na Yellowstone, in 1895.
Wat opvalt zijn de mooie wilde bloemen overal. Vergeet me nietjes, wilde rozen en een soort orchidee onder anderen. Ann vertelt ook over de wilde dieren, die op het eiland wonen. Dat zijn vooral kleine dieren. Herten komen soms, maar vertrekken dan in de winter weer over het ijs van het meer.
We stoppen om foto's te nemen van Arch Rock en het uitzicht van daarboven. Dan dalen we langzaam terug af naar het stadje. Bij Fort Mackinac stappen we uit. Rick, Katja, Kai en ik gaan het fort, daterend uit 1780, verkennen (toegang kost $10.50). Dad (die het al vaak heeft gezien) en Saskia lopen alvast terug naar Main Street.
Het fort is interessant en ook weer heel goed onderhouden. De originele stenen gebouwen zijn wit geverfd, de houten gebouwen licht bruin. We zien het schooltje ingericht als toen. In het ziekenhuisje horen we over tb. Op de heuvel wordt een kanon afgeschoten door in kostuum geklede mannen. Na iets meer dan een half uur hebben we het wel gezien en lopen naar beneden naar Main Street.
Onderaan de heuvel wachten we op Dad en Saskia, die al snel aan komen lopen. We hebben allemaal trek. In het Chippewa hotel heeft het Harbor View restaurant een tafeltje voor ons zessen op hun terras.
We beginnen met een whitefish dip, want whitefish is de vis, die hier in de meren wordt gevangen. Dad neemt het ook als hoofdgerecht, maar Rick, Katja en ik vinden hun varkenshaas te lekker klinken. Die komt met zoete aardappelpuree en asperges. Kai krijgt het voor elkaar een hele varkensrib naar binnen te werken! We smullen allemaal.
Helaas vissen we dit keer net naast het net met de veerboot. Na zes uur gaan ze nog maar elk uur en we missen die van zeven uur net. We lopen wat rond in het stadje en kijken in souvenirswinkeltjes. Dan moeten we even onze voeten in het Huron Meer doen om te zien hoe koud dat is. Een stuk kouder, dan het Michigan Meer bij Muskegon, dus!
Als we op de veerboot zitten is er nog even een oefening. Er ligt een band in het water, die een overboord gevallen passagier moet voorstellen. Een van de medewerkers gaat hem "redden". Met veel humor krijgt de band dan op het deck ook nog CPR!
Terug in het hotel genieten we van het uitzicht en de zachte golfslag van het meer. Saskia wil eigenlijk zwemmen, maar niemand anders heeft daar puf voor. Ze wenst weer eens, dat ze een broer of zus van haar leeftijd zou willen of een vriendin mee. Gelukkig brengt de "bonfire" met marshmallows, die dit hotel iedere avond houdt, de glimlach terug op haar gezicht.
Na deze fantastische dag gaan we straks vroeg slapen, want morgen staat het verkennen van een deel van het "Upper Peninsula" op het programma.
Voor de rest van de foto's van dit mooie eiland, klik hier.
Abonneren op:
Posts (Atom)